Van Zinnen luidt het nieuwe jaar in: Difference between revisions
No edit summary |
No edit summary |
||
Line 31: | Line 31: | ||
[[Category:Ireen van Engelen]] | [[Category:Ireen van Engelen]] | ||
[[Category:Vereniging Martijn]] | [[Category:Vereniging Martijn]] | ||
[[Category:Lijsten van | [[Category:Lijsten van zedenwetsovertreders]] |
Latest revision as of 15:39, 25 August 2014
Door: Giovanni van Zinnen
Nadat ik de jaarwisseling zonder kleerscheuren en met slechts geringe gehoorbeschadiging was doorgekomen, was één van mijn eerste ontdekkingen in het nieuwe jaar dat er zich gedurende de millennium-euforie een mentaliteitsverandering had voorgedaan die zijn weerga niet kende! Want op 6 januari, gezeten in het openbaar vervoer, viel mijn oog op de dagelijkse column CAMU op de voorkant van de Volkskrant, een column die om beurten geschreven wordt door Remco Campert en Jan Mulder. Op deze donderdagochtend was Mulder aan de beurt en wie schetst mijn verbazing toen ik onder de titel "Seksualio" een haast pamflettistisch pro-pedo stuk las?
Waar moet het naar toe met deze wereld als erkende heterofielen opeens - alleen maar omdat het jaartal drie negens voor drie nullen heeft ingeruild - begrip gaan tonen voor ons, zielige pedo's, en het zelfs voor ons gaan opnemen? Nee, flauwekul natuurlijk. Ik was maar wat blij om te ontdekken dat er ook nog weldenkende mensen bestaan die beseffen dat het dader/slachtoffer-patroon zoals dat heden ten dage gewoonlijk in de media wordt gebruikt, nog wel enige nuancering kan gebruiken. Die zich, naar ik aanneem zonder eigenbelang, in de psyche van 'de pedofiel' verdiept hebben. Die zich storen aan het ongebreidelde gebruik van de term 'pedofiel' op plaatsen waar 'zedendelinquent' bedoeld wordt. Ik zal u vertellen wat Jan Mulder zo ongeveer in zijn column schreef (als u het al niet zelf gelezen heeft): De aanleiding tot het schrijven was een berichtje, in de krant van een dag eerder, met de kop 'Slachtoffer krijgt bericht vrijlating pedo.' Mulder reageert: "Hoezo 'slachtoffer'? Pedo's zijn geen auto's. Pedo's zijn meestal zachtaardige, voorzichtige personen (...). U lezer (homo, hetero, abno, pipo) bent gevaarlijker en destructiever in de weer dan de gemiddelde pedo, die keihard geconfronteerd wordt met de realiteit waarin zijn geaardheid niet populair is. (...) Het leven van zo'n zwaar naar kinderen neigende lijkt me verschrikkelijk. Hij of zij is slachtoffer, geen dader." Daarna ageert Mulder tegen de verwisseling van de term pedo en crimineel. Als iemand op seksueel gebied over de schreef gaat, is hij of zij een zedendelinquent en daarop dient dan de nadruk te liggen. "Dat deze personen over de schreef zijn gegaan in de afdeling pedofilie, is bijzaak. Maar voor de gemiddelde aso is een pedo iemand die sowieso in de gevangenis thuishoort. Hij wordt in zijn mening gesterkt door de krantenkop. Steeds weer." Ik was behoorlijk onder de indruk van Jans strijdbare mening. Natuurlijk hebben wij, pedo's, al vele malen geageerd tegen de media die de verkrachter en moordenaar Dutroux hardnekkig 'pedofiel' bleven noemen, wij schreven al vele malen ingezonden brieven over het foutief gebruik van deze term, maar toch - het zou me niet verwonderen wanneer de mening van een 'bekende Nederlander' (op de voorpagina van een gewaardeerde kwaliteitskrant) meer effect en invloed heeft dan tien door 'onbekenden' ingezonden brieven op pagina 17. Daarom: Dank, Jan Mulder, voor het uitdragen van deze mening!
Ik had mijn bestemming inmiddels bereikt en verliet de bus. Aan de rest van de krant kwam ik die dag (en ook daarna) niet meer toe, maar ik besloot hem in elk geval te bewaren en mee te nemen naar de eerstvolgende OK-vergadering om mijn opzienbarende ontdekking over de omslag (per 1-1-2000?) in de maatschappelijke houding ten opzichte van pedofilie te kunnen staven met dit artikel. In een uitgelaten stemming arriveerde ik enkele dagen later op de redactievergadering van ons onvolprezen clubblad OK-magazine en riep, blij van zin: "Hé, jongens, Jan Mulder haalt voor ons de kastanjes uit het vuur!" "Hoezo?" werd er gereageerd. "Nou, een column waarin pedofilie op een beetje positieve manier wordt besproken, dat is toch wat je noemt zeldzaam!" zei ik. Dat bleek niet helemaal waar te zijn. Een ander redactielid, die weer andere dagbladen en tijdschriften leest dan ik, had al in juni vorig jaar een 'pro-pedo'-column ontdekt in Trouw (Selma Schepel schreef destijds onder de titel "Frummelen aan jonge kinderen" over het toen actuele geval van twee meisjes, van elf en dertien jaar, die betrapt waren op het spelen van seksuele spelletjes met jongere kinderen, en die daarvoor, beschuldigd van pedofilie, vervolgd en berecht zouden worden; Selma betoogde dat in een maatschappij die bol staat van de seksuele uitingen, waar zelfs de bushokjes 'druipen van de erotiek', kinderen die nauwelijks verder zijn gegaan dan doktertje spelen (of 'gynaecoloogje') niet behandeld mogen worden als misdadigers.
Weer een ander redactielid had in oktober 1999 in Elsevier de column van Pim Fortuyn gelezen, die onder de titel "Moderne schandpaal" betoogde dat de maatschappij wel erg ver aan het doorslaan is in het vervolgen en in de gaten houden van pedofielen. Ook Fortuyn begon zijn artikel met te betogen dat alle kinderen nieuwsgierig zijn naar de andere sekse en naar seks. Was vroeger 'doktertje spelen' een min of meer geoorloofde manier om je nieuwsgierigheid te bevredigen, waar niemand een (groot) probleem van maakte, "tegenwoordig valt het onmiddellijk onder het hoofdstuk ongeoorloofde en ongewenste intimiteiten, en voordat de kinderen het doorhebben, is er een stoet van gogen die zich over hen ontfermt. Daardoor wordt iets wat geen probleem was - het ontdekken van de wereld van de andere sekse - ineens een levensgroot probleem. En als die kinderen ergens van getraumatiseerd zouden kunnen raken, is het wel van deze bespottelijke aandacht en zorg om niets." Fortuyn schreef verder in zijn column: "Pedofilie is net als hetero- of homoseksualiteit. Het is iets dat in de genen zit, je kunt er dus weinig of niets aan en tegen doen, je bent wie je bent. (...) Het is net zo min als hetero- of homoseksualiteit te genezen." Fortuyn stelde de Amerikaanse toestanden aan de kaak, waarbij de naam van veroordeelde pedoseksuelen, nadat ze hun straf hebben uitgezeten, bij terugkeer in de maatschappij bekendgemaakt wordt in de buurt waar ze gaan wonen. "Barbaarse toestanden" vond Fortuyn (net als wij), evenals het initiatief om veroordeelde pedofielen op het internet te zetten. Fortuyn beëindigde zijn column met de opmerking dat de huidige maatschappij erg ver verwijderd is van het begrip dat met name Brongersma in de jaren zestig en zeventig voor de pedofiele medemens trachtte te kweken: Fortuyn schreef verder in zijn column: "Homoseks werd geaccepteerd, en waarom zou dan - onder de strikte voorwaarde dat het kind het wil en dat het niet wordt gedwongen - pedoseks niet zijn toegestaan? Dit verlichte standpunt is inmiddels verlaten en onder invloed van de gogen is het kind neergezet als geheel en al vrij van seksuele lusten, in elk geval tegenover volwassenen. We zijn ver verwijderd van het begrip dat Brongersma trachtte te kweken, overigens tot schade van onszelf, want alles wat bespreekbaar is, is in beginsel ook beheersbaar, moet u maar denken!"
Daar gíng mijn betoog over een verbazingwekkende omslag in de publieke opinie, een omslag die wellicht te wijten was aan een après-fin-de-siècle-optimisme of aan een nieuw elan dat tegelijk met het nieuwe milllennium was ontstaan! Niks nieuw elan, niks nieuwe meningen. Gewoon oud nieuws. Al in 1998 werden wij gesteund door een gewone, heterofiele dominee, ds. van Drimmelen, die zich, om zijn pedofiele collega te steunen, in de media voordeed als pedofiel. Het kostte hem zijn baan. En dat alleen omdat hij de hypocrisie van de kerk had willen hekelen. De kerk, die geen aandacht schenkt aan het isolement waarin vele pedofielen leven. De kerk, die geen onderscheid maakt tussen pedofilie en seksueel misbruik.
In 1999 maakten dus Selma Schepel (een beetje) en Pim Fortuyn (op niet mis te verstane wijze) zich sterk voor een maatschappij waarin kinderen niet langer als a-seksuele wezens worden beschouwd en waarin ook voor pedofielen een plaats is ingeruimd, zonder de bedreiging van een over-actief justitieel apparaat en door de media opgehitste, angstige ouders. Bovendien verscheen in 1999 het prachtige boekje "Zeer kleine liefde" van Ted van Lieshout, waarin de schrijver zonder wrok terugblikt op een seksuele, pedofiele relatie die hij als 12-jarige onderhield met 'een meneer' wiens naam hij nu, zoveel jaren later, uit liefde en trouw niet wil noemen. En nu, in 2000, is Jan Mulder de eerste (hopelijk de eerste van vele bekende Nederlanders) die ons steunt in onze mening dat het woord 'pedo' in kranten, tijdschriften en op radio en t.v. te pas en te onpas verkeerd wordt gebruikt.
U begrijpt, lieve lezer, dat ik behoorlijk ontgoocheld was. Het nieuwe jaar, of zo u wilt, de nieuwe eeuw, het nieuwe millennium, was nog maar zo'n tien dagen oud en wat moest ik constateren? Dat er eigenlijk NIETS veranderd was. Pedo-vriendelijke geluiden van niet-pedofiele mensen bestonden vorig jaar en het jaar daarvoor óók al. Wat een domper op mijn vreugde. Maar het werd nog erger. Iemand vroeg: "Zeg, die krant met die column van Jan Mulder, heb je die eigenlijk helemaal gelezen?" "Nou, nee, ik ben eerlijk gezegd niet verder gekomen dan de voorpagina." "Dan moet je maar eens op pagina zeven kijken..." Ik had de krant naar de vergadering meegenomen en sloeg ter plekke de betreffende bladzijde op. Daar trof ik onder de kop: "Nood onder pedofielen is hoog" een artikel aan waarin zeer duidelijk werd dat de kruistocht van Ireen van Engelen tegen pedofilie nog lang niet ten einde is. Haar kruistocht richt zich momenteel vooral tegen wat Van Engelen noemt 'de intellectuele pedofielenlobby': pedofiele wetenschappers, besturen van stichtingen, redacties van pedofielenblaadjes, organisatiecomité's van symposia. "Die mannen schrijven maar raak," aldus Van Engelen, "Dat moet stoppen. Ik weet nog niet hoe, maar het gaat gebeuren." Dat klinkt als een zeer gefrustreerd mens. En, helaas, zo zijn er vele.
Ik kan dus niet anders dan teleurgesteld concluderen dat er bij die prachtige, feestelijke overgang, waarbij al die verwachte computerproblemen zich helemaal niet voordeden (geen 'bug' gezien!) en het grootste probleem het ontsteken van het vuurwerk op de Thames in Londen bleek, dat er bij díe overgang dus, werkelijk helemaal níets veranderd is. Nou ja, had ik ook eigenlijk helemaal niet verwacht. Ook pedo-onvriendelijke geluiden zullen in het nieuwe millennium gewoon blijven bestaan, helaas... Het wordt daarom een kwestie van een lange adem en dan komt er ooit, wellicht, - wie weet - een tijd waarin, zoals Pim Fortuyn dat schetst, pedoseks net zo gewoon wordt gevonden als homoseks. Laten we op de korte termijn in elk geval, mèt Jan Mulder, blijven strijden voor een nauwgezetter gebruik van de termen 'pedo', 'crimineel', 'seksueel misbruik' e.d. door de media, want die beïnvloeden door hun gekleurde berichtgeving de publieke opinie op een hele nare manier. En laten we, tenslotte, hopen dat het gezond verstand het zal winnen van de angst.
De Vereniging MARTIJN gaat in ieder geval strijdbaar het jaar 2000 in. Ik heb er zin in.
bron: Artikel 'Van Zinnen luidt het nieuwe jaar in' door Giovanni van Zinnen; OK Magazine, nr. 72; april 2000