Over homoseksuele minderjarigen
Nog in 1968 was ik ervan overtuigd te kunnen zeggen, dat het nauwelijks tot onze gemeenschap was doorgedrongen dat er homoseksuele minderjarigen zijn. [...] Er zijn slechts problematische relaties, probleem geworden door de wijze waarop we als mens met elkaar omgaan. In het verleden is er in dit opzicht wel erg veel tot probleem geworden, louter omdat men er juist aan meende te doen de ander de vrijheid niet te geven zodra die ander het bestaande verwachtingspatroon dreigde te verstoren. De geschiedenis, ook de recente, geeft er vele voorbeelden van. Maar nu kunnen we de min of meer duidelijke fascistoïde onderdrukking zowel in onszelf als om ons heen wel niet willen, de vraag komt dan op welke wijze en in welke mate die vrijheid dan wèl ruimte hebben mag. [...] Zo gezien vrees ik dat heel wat huwelijken volgens oud model gesloten als een schadelijke relatie moeten gelden en dat omgekeerd heel wat alternatieve vormen van samenzijn onjuist beoordeeld worden. Persoonlijk ben ik er dan ook van overtuigd, dat er alle reden is tot een fundamentele herziening van de huwelijks- de echtscheidings- en de gehele zedelijkheidswetgeving. [...] Voor onze samenleving zou het dan ook van grote betekenis zijn als we een antwoord konden vinden op de vraag: waarom ieder die bij ons niet voldoet aan het ideaal van regelmaat, trouw, werklust, spaarzaamheid en exclusieve heteroseksualiteit, het zwaar te verduren krijgt. [...] [Z]olang homoseksualiteit nog bestaat, dat wil zeggen zolang dergelijke gevoelens en uitingsvormen niet geïntegreerd zijn in onze samenleving, zal men telkens weer moeten kiezen voor óf de individuele óf de collectieve waarden. Een synthese is er op dit punt helaas (nog) niet.
bron: Artikel 'Over homoseksuele minderjarigen' door dr. W. J. Sengers; Seqtant (eenmalige uitgave NVSH & COC), nr. 1; januari 1971