VARA-uitzending Een Groot Uur U over pedofilie
Door: Dr. E. Brongersma
Het groot uur U is vanavond gewijd aan pedofilie, het verschijnsel dat volwassenen zich erotisch vooral of uitsluitend aangetrokken voelen tot kinderen. Dr. E. Brongersma verleent medewerking aan het programma. Brongersma heeft zeer veel ervaring met pedofilie, zowel in zijn persoonlijke leven als op zijn vakgebied (hij is advocaat). Een van zijn publikaties over het onderwerp heet 'Over pedofielen en "kinderlokkers: '. Als inleiding op het programma schreef Brongersma bijgaande beschouwing voor de VARA GIDS.
Een bruut, die een dodelijk verschrikt meisje of jongetje overweldigt en iets groots in een lichaamsopening van dat kind tracht te persen... Of: een viezerik, die plotseling uit de struiken komt met zijn broek open en kinderen de stuipen op het lijf jaagt... Of: die oude vent, die kinderen met snoepjes meelokt en dan onder hun rokjes of in hun broekjes frunnikt... Dát is het beeld, dat bij veel ouders opkomt wanneer ze het woord 'pedofiel' horen. Ze worden er ziedend kwaad van. Wie zou dat ook niet? Ze zijn tegelijkertijd bang voor die 'kinderlokkers' en ze brengen - met opzet of ongemerkt - die angst ook op hun kinderen over: 'Ga nooit met een vreemde mee!' 'Er zijn vreemde mannen, die je erg kwaad willen doen!' Want als er zo iets met je kind gebeurt, dan in het immers bedorven en onteerd?
Met de werkelijkheid hebben die verschrikkelijke voorstellingen intussen heel weinig te maken. Het is waar dat zulke nare dingen af en toe voorkomen. Niemand zal ze goedpraten. Maar ze zijn net zo min een uiting van pedofilie als het feit, dat er wel eens een vrouw verkracht wordt, een uiting is van de liefde tussen man en vrouw. Die verkeerde voorstelling bij zoveel ouders is niet alleen jammer en schadelijk voor de pedofielen. Ze is ook schadelijk voor de ouders zelf en bovenal voor de kinderen. Want die krijgen nu meestal een verkeerde raad, die ze dikwijls alleen erg angstig maakt. Zou zo'n kind, ongelukkig genoeg, eens met een (zeldzame) echte misdadiger in aanraking komen, dan raakt het daardoor gemakkelijk in paniek. En in zijn paniek lokt het dan juist de verschrikkelijke dingen uit waarover we, een enkele maal per jaar, in de krant lezen.
Kinderen moeten niet leren, nooit met vreemden mee te gaan. Kinderen moeten leren nooit met iemand mee te gaan (ook niet met die aardige buurman of met tante Marie) zónder het eerst thuis te hebben verteld. Dat is een raad die begrijpelijk is een geen angstgevoelens opwekt. Het kind bang maken voor alle vreemden is verkeerd en niet afdoende, want in meer dan de helft van de gevallen is de volwassene die seksueel contact met het kind zoekt geen vreemde. Het is een kennis of een familielid. Het kind moet verder leren dat er mensen zijn, die van seksuele spelletjes met jongens of meisjes houden. Het moet leren dat het baas over zijn eigen lichaam is en dat het zich niet hoeft te laten bevoelen en betasten als het dat zelf niet prettig vindt.
Intussen vinden niet zo weinig kinderen dat soms wel prettig. Veel ouders weten dit niet en raken helemaal van streek als ze het ontdekken. Onderzoek wijst uit dat in meer dan de helft van de gevallen, waarin iets seksueels tussen een oudere en een jongere gebeurt, het kind zelf de eerste stap heeft gedaan of de ander heeft aangemoedigd. Daarvan hoef je niet van streek te raken wanneer het tot je doordringt, dat de voorstelling van het 'onschuldige' kind, dat geen seksuele verlangens kent, een sprookje is. Vroeger geloofde niemand daaraan en wist iedereen, dat kinderen al van hun geboorte af lichamelijke lustgevoelens hebben en die lust willen opwekken (of laten opwekken) en bevredigen. Dat is heel natuurlijk en helemaal niet schadelijk. Het kind lijdt integendeel juist schade, wanneer aan die behoefte niet wordt voldaan: wanneer het niet geknuffeld, geaaid, gestreeld, gekust wordt. Gelukkig vinden de meeste volwassenen het leuk en lekker, kinderen aan te halen. Ze zijn zich dikwijls niet eens duidelijk bewust, hoeveel erotiek daarin steekt. Bij sommige mensen is die neiging zó sterk, dat ze kinderen in dit opzicht veel aantrekkelijker vinden dan volwassenen of zelfs helemaal niet om volwassenen geven als het op sex aankomt. Zulke mensen noemen we dan pedofielen, wat letterlijk 'kindervrienden' betekent. Pedofielen vinden hun eigen bevrediging in het vrijen met kinderen. Meestal gaan ze daarbij niet verder dan kussen, strelen, met de geslachtsdelen spelen, dus handelingen die het kind al kent of bij zich zelf doet. Van verdergaande seksuele omgang is haast alleen sprake, als de verhouding erg intiem geworden is, het kind wat ouder is (11-15 jaar) en zelf zulke dingen wil. Geweld komt er zelden aan te pas.
Is er bij uitzondering geweld gebruikt, dan moet het kind natuurlijk met alle middelen daartegen beschermd worden en dient de dader te worden gestraft of psychiatrisch behandeld. Het aangericht kwaad is ernstig, al is het veel minder ernstig dan men vaak gelooft en zeker veel minder dan de gevolgen van mishandeling van kinderen door hun ouders, een kwaad dat helaas niet zo zelden voorkomt. Afgezien van die zeldzame gevallen van geweld, komen de ouders meestal niet te weten wat er gebeurt. Uit onderzoekingen in verschillende landen is gebleken, dat gemiddeld één op de vier of één op de drie kinderen wel eens iets seksueels met een volwassene beleeft. Een enkele keer of een tijd lang. De meeste mensen hebben daar geen idee van. Het bewijst wel, dat kinderen zulke dingen gewoonlijk heel goed aankunnen of geen nadeel van hoeven te ondervinden.
Sinds 1934 is er een hele reeks onderzoeken gedaan naar de gevolgen voor het kind. Ze leidden eenstemmig tot de slotsom: de seksuele handeling zelf schaadt het kind eigenlijk niet. Wat wel erg schadelijk kan zijn is hevige opwinding, boosheid of ontzetting bij de ouders, als het feit uitkomt. En ook wanneer het kind als getuige verhoren door politie en rechters moet ondergaan, zelfs als die heel tactvol worden afgenomen. Ouders moeten daarom in zo'n geval goed overwegen, wat ze belangrijker vinden: dat de dader wordt gestraft of dat hun kind de zaak goed verwerkt. De politie heeft niet het recht, een kind tegen zijn eigen wil of tegen de wil van zijn ouders thuis te ondervragen of het als getuige mee te nemen naar het bureau. Alleen de rechter kan een verhoor afdwingen.
Tegenwoordig begint men meer oog te krijgen voor het feit, dat soms de verhouding met een goede pedofiel een heel positieve invloed op het kind heeft. Een achttienjarige jongen, die me zijn meisje kwam voorstellen, sprak over de man met wie hij sinds zijn twaalfde jaar gestudeerd, hobby's beoefend en gevrijd had: 'Die heeft me geleerd wat liefde is.' Ik ken huisvaders die hun goede plaats in de samenleving voor een groot deel danken aan de liefderijke zorg van een pedofiel. met wie ze als jongen omgingen. En ze zeiden mij te hopen, dat hun eigen zonen ook een dergelijke man zullen ontmoeten. Die vriendschap was het mooiste uit hun jongensjaren. Daarover mag ook wel eens gepraat worden. Het zou veel narigheid en zinloze angst kunnen voorkomen.
bron: Artikel 'Een Groot Uur U over pedofilie' door Dr. E. Brongersma; VARA GIDS; oktober 1978