Het ontkende verlangen
Ik heb ook gemerkt dat kinderen die hun seksuele leven al te openlijk manifesteren, vernedering, liefdeverlies en juridische maatregelen - bijvoorbeeld van kinder'berschermings'aard - riskeren. Zo werd van een school waar ik werkte een jongetje verwijderd, omdat hij er geen geheim van maakte dat hij het zalig vond om met zijn klasgenootjes seksuele spelletjes te doen. Op een andere school wilde men een tienjarige jongen 'vanwege homoseksualiteit' naar een school voor buitengewoon onderwijs verwijzen. Een andere jongen werd na ontdekking van zijn - ook seksuele - relatie met een volwassen vriend, tot groot verdriet van hemzelf en van zijn vriend in een tehuis geplaatst, 'voor eigen bestwil', dat spreekt.
In mijn kontakten met ouders en andere opvoeders, onder andere in de hoedanigheid van N.V.S.H.-voorlichter, is mij gebleken dat velen het bestaan van het seksuele leven van kinderen ontkennen en dat een nog grotere groep het niet ontkent, maar wél negeert of onderdrukt. Noch tijdens mijn studie aan de Pedagogische Akademie, noch tijdens mijn opleiding tot ontwikkelingspsycholoog ben ik gekonfronteerd met iets wat je kinderseksualiteit zou kunnen noemen. Ook bij andere opleiding konstateerde ik deze opvallende afwezigheid. Het ligt dan ook voor de hand dat 'werkers met kinderen' die toevalligerwijze met het seksuele leven van kinderen in aanraking komen, dikwijls de meest vreemde, door schrik en onwetendheid ingegeven maatregelen nemen. [...] Freud vroeg zich af of een kultuur die zoveel mensen onbevredigend laat, wel recht heeft om voort te bestaan. Voor mij dat geen vraag meer.
bron: Artikel 'Het ontkende verlangen - Als kinderen in de Westerse twintigste eeuw iets wordt ingehamerd, dan is het wel dat ze van bevrediging van hun eigen lust moeten afzien' door R.G. [edit]; Orlando, (homo)seksualiteit en samenleving, nr. 2; winter 1982