Hoe alternatief is de hulpverlening in België?
Een derde manier om geld in het laatje te krijgen, is zich uit te leveren aan de overheid. De pseudo-tolerantie van de bestuurders, waarvan sprake is bij het begin van dit artikel, gaat immers zo ver dat ze er ook best subsidies tegen aan willen gooien. Natuurlijk moet dan worden voldaan aan een hele rits voorwaarden. Een van die voorwaarden is, dat elke geholpen persoon geregistreerd wordt in een steekkaarten-systeem van het hulpcentrum. Waar dit kan toe leiden, is onder meer gebleken toen de Centra voor Gezinsplanning en Sexuele Opvoeding (CDSO) in Brussel bezoek van de politie kregen: de adressenlijst werd ingepikt en niet dan na zorgvuldige copiëring weer ingeleverd. Hetzelfde gebeurde bij het franstalige BPA, Agence de Presse Libération. [...]
De overheid heeft dus ongetwijfeld een min of meer vaste poot aan de grond bij het AH-werk [AH staat voor alternatieve hulpverlening]. Zij gaat daarbij niet belangeloos en onthecht te werk. Haar bedoeling is de controle te krijgen of te behouden over al wie in de maatschappij dwars (kunnen) gaan liggen. Dat daarbij niet wordt teruggeschrikt voor het inzetten van politiediensten is zowat de (Belgische) logica zelf. De voorbeelden die hierboven zijn genoemd, kunnen trouwens nog met een imposante lijst worden aangevuld. Veel gevaarlijker dan het openlijk optreden van het repressie-apparaat is echter de onderhuidse infiltratie van alles wat naar maatschappijkritiek zweemt. Het is een bekend feit dat progressieve groepen, eerder dan de georganiseerde misdaad bijvoorbeeld, het lustobject uitmaken van de geheime diensten. Er moet dan ook rekening mee worden gehouden dat deze diensten al goed zijn ingewerkt in de AH-centra of in de toekomst zullen trachten te doen. Het staat vast dat onder meer studenten door de justitie als tipgevers worden gebruikt. Altijd worden lieden bereid gevonden om, in ruil voor een judaspenning, zich in te werken bij "linkse" groeperingen. Het is dan ook geen wonder dat op deze manier geruchten ontstaan over de onbetrouwbaarheid van sommige AH-medewerkers. Toch staat wel vast dat veel van deze verhalen zullen blijken te behoren tot het terrein van de verdachtmakingen. verdachtmaking is trouwens eveneens een bekende politietechniek. Om deze reden is het beter in dit verband geen namen te noemen. Het verdient aanbeveling dat groepen en personen die bezig zijn met AH, zo weinig mogelijk details over hun werking naar buiten te laten lekken. Waakzaamheid is in het belang van iedereen, niet in het minst van de AH zelf.
bron: Artikel 'Hoe alternatief is de hulpverlening in België?' door Jef Croeck; Sekstant, no. 1; januari 1977