Pedofilie en verantwoordelijkheid (2)
De inhoudelijke gedachtengang in het artikel vertoont een opvallende omslag ongeveer halverwege de tekst. De schrijfster zet aanvankelijk uiteen dat het voor de meesten (en ook voor haarzelf) moeilijk is een goed beeld te krijgen van het onderwerp pedofilie in alle facetten, zowel vanwege de emotionele geladenheid die eraan kleeft als door het gebrek aan literatuur of andere informatiebronnen. Verderop echter doet zij uitspraken die, hoewel ze vrij stellig van toon zijn, onvoldoende onderbouwd worden. Enkele van deze uitspraken vinden wij zeer aanvechtbaar. Zo kan men zich afvragen waarop het vermoeden gebaseerd is dat pedofiele relaties tussen volwassenen en kinderen die door beide partijen als zinvol worden ervaren vermoedelijk eerder uitzondering zijn dan regel. Dit is nog maar zeer de vraag. In binnen- en buitenlandse literatuur worden wat dit aangaat zeer uiteenlopende schattingen gedaan. Mevrouw Visser schrijft tot dit vermoeden te komen omdat het 'onwaarschijnlijk lijkt dat zij op grote schaal worden aanvaard waardoor de relaties positief kunnen worden beleefd'. Afgezien van de aanvaardbaarheid van het vermeende oorzakelijk verband tussen maatschappelijke acceptatie en positieve bevinding, neigt dit sterk naar een cirkelredenering. Terecht wijst mevrouw Visser erop dat de politie met een duidelijke, negatieve, selectie in aanraking komt.
bron: Artikel 'Pedofilie en verantwoordelijkheid - Een reactie' door Jan Schuijer; Algemeen Politieblad; 16 mei 1987