Too hot to handle...
Zelfs in het brein van rationeel denkende lieden spoken resten van het oude duivelsgeloof. Schokkende machtsverschuivingen in de westerse wereld hebben het sluimerend rudiment van middeleeuwse angstfantasieën nieuw leven ingeblazen. Het is het oeroud christelijk terreurmodel dat steeds opnieuw van stal wordt gehaald wanneer de economie verslechterd en de tijden ingrijpend veranderen. Op de achtergrond regeren God en zijn satanische tegenspeler nog altijd mee. Ondanks secularisering en de achteruitgang van het kerkbezoek leiden religieuze bindingen aan een autoritair christelijke moraal een taai leven. Zij handhaven zich als de onderhuidse psychoseksuele machtsstructuur van het Westen.
De Amerikaanse filmindustrie, altijd gevoelig voor op til zijnde veranderingen, lanceerde in de periode 1968-'78 het sinistere thema van demonen die zich aan onschuldige kinderen vergrijpen. Kassuccessen als Rosemary's baby, The Omen en The Exorcist leidden de aandacht af van het nutteloze massasterven van de eigen landskinderen in Zuidoost-Azië. De euforie van de jaren zestig maakte plaats voor een klimaat van doemdenken, corruptie, cynisme en economische depressie. De Verenigde Staten ondergingen de ene vernedering na de andere. De televisiedominees met hun miljoenenaanhang van fundamentalisten en neoconservatieven baanden het pad voor een president die Amerika weer zelfvertrouwen moest geven. In 1980 trad deze aan. Het Reagan-tijdperk begon. Het waren de angstige dagen waarin een nucleair Armageddon dreigde, de bereidheid der rechtvaardigen tot vernietiging van het Evil Empire en de rest van de wereld. Met deze externe zondebok, het Sovjetrijk van satan, heeft de Amerikaanse president inmiddels in eigen persoon een pact gesloten. Des te verbetener wordt daarom gejaagd op de interne zondebok, de satan in de eigen ziel, die het voorzien heeft op het liefste dat wij mensen bezitten: onze kinderen.
Halverwege de jaren zeventig werden in de VS kinderporno en seksuele kindermishandeling tot volksvijand nr 1 uitgeroepen. Een morele paniek overspoelde de natie. Wetshandhavers, moraalpredikers, media en politici namen aan de kruistocht deel. Een anti-kinderpornowet trad in werking op 1 januari 1978; produktie en verspreiding binnen de VS waren op dat tijdstip echter al nagenoeg stop gezet. [...]
Wat op dit ogenblik in ons land gebeurt, is dat zulke uiteenlopende zaken als incest (een treurig overblijfsel van eeuwenlange door een onderdrukkende cultuur teweeggebrachte seksfrustraties), kinderporno (een commercieel randverschijnsel op de seksuele plaatjesmarkt), criminele ontucht door vreemden (een pathologische rottigheid die overigens niet van vandaag of gisteren is) en pedofilie (seksuele voorkeur voor kinderen die een goedaardig en niet-schadelijk karakter draagt) op een hoop worden gegooid. Van de hele heterogene handel wordt een pot nat gemaakt, waarbij de pedofiel model staat als demon. Hem staan zware tijden te wachten. De brandstapel groeit.
bron: Artikel 'Too hot to handle...' door Peter Hofstede; Haagse Post; 27 augustus 1988