Interview Robert Long

From Brongersma
Revision as of 16:10, 23 March 2013 by Admin (talk | contribs)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search

[Robert Long:] 'Ik dacht vroeger dat mensen die zelf klappen van de maatschappij hadden gehad minder snel zouden discrimineren maar als je hoort wat onder flikkers gezegd wordt over Marokkanen en pedofielen. Er zijn net zulke burgerlijke klootzakken bij als in elke andere groep. "Ik ben beter dan jij." "Ik ben beter dan een pedofiel."' [...]

[Interviewer:] Je allerbeste vriend? [Long:] 'Ik was veertien toen ik hem leerde kennen en net in Utrecht. Hij tegen de dertig, studeerde Sanskriet. We hebben nooit geneukt maar ik heb meer aan hem gehad dan aan alle andere mensen in m'n leven tot dan toe. [...] Hij gaf me ook boeken mee van Tsjechov.' [...]

'Ze [moeder] heeft me met de bijbel opgevoed. [...] Handjes boven de deken, anders word je een vieze jongen. Seks was vies. Maar ik wist al op m'n zesde dat ik van jongens hield. Op het platteland is er zo veel meer kans om stiekeme dingen te doen. In donkere schuurtjes speelden we doktertje. Ook met meisjes maar ik trok steeds meer naar de jongens toe. Op m'n achtste rommelde ik met een oudere jongen. Ik voelde toen al dat er toch meer moest zijn. Een keer gaf ik hem een zoen op z'n wang. "Niet zo raar doen," zei hij kwaad. Toen ik nog heel klein was, een jaar of vijf, had ik een schriftje daarin plakte ik uit bladen geknipte plaatjes. Ik herinner me een fotootje van Greta Garbo in een fluwelen pakje op een stoel. Ze heeft een been opgetrokken en kijkt strak voor zich uit. En ik had er een paar van Marlene Dietrich. O, dat gezicht vind ik zo prachtig. Toen ze destijds in Amsterdam kwam zingen lag ik ziek in Zwitserland, geelzucht. 't Is gewoon een trauma geweest dat ik er niet heen kon.' [...]

'De stad gold daar natuurlijk als een poel van zonde. Maar voor mij ging in Utrecht een spannende nieuwe wereld open. Op m'n veertiende wist ik feilloos waar het zich afspeelde. Meestal met ouderen, het had niets met gevoelens te maken. Het was ook een soort vlucht. Het had het opwindende van nu doe ik iets smerigs. Ik was zo doordrenkt van het besef dat seks smerig is. Ik heb ook heel lang veel dingen vies gevonden. Een vreemde tong in m'n bek bijvoorbeeld. Ik vond het al vies als ik aan m'n eigen geslacht zat. En dat terwijl ik als heel jong kind al onbedwingbaar nieuwsgierig was. Van alles verzon om een piemel te kunnen zien. En waar ik naar verlangde, je zult het niet geloven, ik begreep het zelf niet. Maar goddank door ervaringen en door m'n eigen gevoel te volgen vind ik niks meer vies.' [...]

'Van m'n zeventiende af had ik een vaste vriend, hij was vijftien. Toen ik achttien werd was ik ineens strafbaar. Verschrikkelijk, zo kweek je paranoïde mensen.'

bron: Interview < 'Het recht op het krijgen van kinderen is veel gevaarlijker dan het recht op je eigen seksualiteit' - Robert Long over de panische angst voor brekend glas > door 'Bibeb'; Vrij Nederland, jaargang 41; 5 april 1980