'Hoe kon je dat in godsnaam van me denken?'
"In de jaren tachtig en negentig, raakten tienduizenden Amerikanen - meestal middenklasse vrouwen van rond de dertig, uit een grote stad, net als ik - ervan overtuigd dat ze herinneringen aan seksueel misbruik in hun jeugd hadden onderdrukt, en die - decennia later - hadden hervonden in therapie. Ik werkte als een feministische journalist, schreef stukken over kindermisbruik, probeerde de wereld ervan te overtuigen dat incest vaker voorkwam dan eens op de miljoen gezinnen," vertelt Meredith Maran in een interview met Salon.com. "Tijdens dat proces overtuigde ik mezelf ervan dat mijn vader mij had misbruikt. Na vijf jaar aan nachtmerries over incest, workshop over incest en therapie vanwege incest, beschuldigde ik mijn vader." Het duurde acht jaar voordat Maran inzag dat haar hervonden herinneringen vals waren, en dat er nooit sprake was geweest van incest. Ze had geluk: haar vader leefde nog en vergaf het haar. Hoewel hij zich altijd bleef afvragen: "Hoe kon je dat in godsnaam van me denken?"
bron: Artikel < "Hoe kon je dat in godsnaam van me denken?" - Psychologisch broodje aap: mensen die iets ergs meemaken, verdringen vaak de herinnering daaraan > door Asha ten Broeke; www.kennislink.nl/publicaties/hoe-kon-je-dat-in-godsnaam-van-me-denken; Kennislink; 1 november 2010