Als NVSH kunnen we niet al te onaardig zijn tegen de Rutgers Nisso Groep
Als NVSH kunnen we niet al te onaardig zijn tegen de Rutgers Nisso Groep, want zowel de Rutgers Stichting (hulpverlening en voorlichting) als het Nisso (onderzoek) waren ooit dochters van ons. Allebei trouwden ze met keurige ambtenaren en in de loop van de tijd, terwijl hun moeder steeds vaker in het gezelschap van foute mannen werd gezien, financieel in de problemen kwam en tenslotte in de goot leek te zijn beland, klommen zij op in aanzien en keken met groeiende afkeer op haar neer, tot zij haar gezelschap definitief meden en met opgetrokken neus in een grote boog om haar heen liepen.
Sinds een jaar of acht doen zij dat ook innig gearmd. Ze noemen zich 'experts in seksualiteit' en ontvangen subsidie van de staat voor hun onderzoek en andere activiteiten, zoals indirecte voorlichting. Het is goed en nuttig werk en het is fijn dat Nederland een dergelijk instituut heeft. Het houdt ook een beetje de NVSH traditie van niet al te grote bekrompenheid hoog. Er is natuurlijk ook een schaduwzijde. Als een instelling door de staat wordt gesubsidieerd en dus de steun moet hebben van degenen die in de wereld de dienst uitmaken, moet zij van onbesproken gedrag zijn en niet te ver afwijken van de heersende opvattingen. Sterker, die moet ze als gerenommeerd instituut uitdragen. Het schijnt in de wereld niet anders te kunnen: elke vernieuwing in de geschiedenis moet als het ware in de bestaande wereld worden geïntegreerd en neemt dan vanzelf het karakter aan van een heersende macht waartegen zich weer een vernieuwing moet keren.
Het seksuele is bij uitstek een terrein waar dat te meten valt. In elke tijd bestaat er een heersend vertoog waar instellingen, achtenswaardige personen, politici, pers, onderwijs niet van mogen afwijken. Vijftig jaar geleden werd onanie door de deskundigen beschreven als iets wat vooral bij jongens voorkwam en van voorbijgaande aard was. [...]
Voor al dat soort problemen hebben wij nu de Rutgers Nisso Groep die onderzoekt hoe het zit en aanbeveelt hoe het moet. Maar wel binnen het kader van de heersende mening. Er moet dus nog steeds een kritische instantie zijn (zoals de NVSH) die aantoont dat de heersende mening van experts in verschillende opzichten onjuist is.
bron: Artikel 'Cijfers & procenten'; www.nvsh.nl/opinie/voorlichtingRNG.htm; nvsh.nl; juni 2008