Barbertje moet hangen - Psychologisch 'onderzoek' van verdachten in zedenzaken

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Wie tegenwoordig met justitie in aanraking komt voor een zedenzaak - dit kan het downloaden van kinderporno zijn - wordt routinematig verwezen naar een psychiater of psycholoog. Van de gesprekken tussen deze en de verdachte worden rapportages gemaakt. Ik heb 25 van die rapportages bestudeerd. In 23 ervan blijken de ondervragers in ongeziene valkuilen te trappen of regelrechte fouten te maken. De ondervrager krijgt een dossier toegestuurd met het politieonderzoek of het begin hiervan. De politie neemt alles op wat verdacht is, ook wat later door de rechtbank als niet bewezen kan worden verklaard. De ondervrager leest dus 'feiten', die later helemaal geen feiten blijken te zijn. Toch gaat hij of zij ervan uit dat het om feiten gaat. Dit is wat er misging in de zaak tegen Cees B, die verdacht werd van de Schiedamse parkmoord die hij, zoals nu bekend is, niet gepleegd heeft. Het Pieter Baan Centrum ging hier echter wel vanuit. Men ging dus op zoek naar een psychologische verklaring van een niet gepleegd 'feit'. En wie zoekt zal vinden. Ik citeer Ron Meerhof in de Volkskrant van 17 september 2005: "Opeens heette B. 'passief-agressief' te zijn. Van binnen zou hij koken van woede. Dat onderdeel baseerden de ondervragers niet op het persoonlijkheidsonderzoek, maar op het dossier over wat hij zou hebben gedaan." [...]

Wie openhartig en eerlijk alles vertelt zit fout. Maar ook het omgekeerde geldt. Wie aarzelend spreekt, wellicht uit de zo gewenste schaamte in deze lastige situatie, heeft ook een probleem. De rapportage vermeldt dan dat de ondervraagde 'de realiteit niet onder ogen ziet'. Hij heeft 'een ontwijkende persoonlijkheid' en dat betekent dat hij zich ook in andere situaties ontwijkend zal gedragen. Een ambulante behandeling is daarom niet gewenst, dus moet een gedwongen en gesloten behandeling worden opgelegd. Er zijn ook ondervraagden die iets zeggen als: 'Ik wil hier wel over spreken, maar ik wil eerst dit en dat ter sprake brengen om het gebeurde in een breder kader te plaatsen en zo begrijpelijker te maken'. Zo iemand, zegt een rapportage, 'manipuleert het gesprek'. Dus 'manipuleert' zo iemand ook de kinderen met wie hij contact heeft. Hij is dus in wezen agressief, dus gestoord en gevaarlijk. Dus moet tbs worden opgelegd. Een ander voorbeeld. Een man vertelt weinig over zijn vroege jeugd. "Er is ook helemaal niet naar gevraagd", zegt hij later. De leerling-psychiater die hem heeft verhoord, rapporteert dat de man zijn jeugd verdrongen heeft, en dat die jeugd dus problematisch geweest moet zijn. [...]

In 23 van de 25 rapportages komen ernstige fouten als hierboven vermeld voor. En ik heb ze lang niet allemaal opgenoemd. Mijn conclusie is dat we hier niet te maken hebben met deskundig klinisch diagnostisch onderzoek, maar met moralistische en ideologische ondervraging, bedreven door politiek correcte stoelendansers, die zich geroepen voelen om te zorgen dat Barbertje zal hangen.

Artikel 'Barbertje moet hangen - Psychologisch 'onderzoek' van verdachten in zedenzaken' door Frans Gieles (Gielis in blad maar dat is fout); www.nvsh.nl/sekstant/artikelen/2006junigielis.htm; De Nieuwe Sekstant nr. 2; juni 2006