Bescherm onze kinderen!
Een verpleegster, Robin Richardson, liet op 2 maart 1985 haar vierjarig dochtertje door een dokter in een Californisch ziekenhuis onderzoeken. Het kind, Sandy, had last van een afscheiding uit haar geslachtsopening. De dokter verklaarde dat Sandy waarschijnlijk was aangerand door een kinderlokker. Robin praatte toen met haar dochtertje, maar het kleine meisje antwoordde stellig dat niemand haar daar had aangeraakt. De Kinderbescherming, door de arts gewaarschuwd, liet het kind psychologisch onderzoeken, ook dit met negatief resultaat. Inmiddels rapporteerde de dokter, gardanella bacteriën te hebben gevonden, die volgens hem alleen door sexuele omgang konden zijn overgebracht. De moeder wendde zich tot dokter Twee, een vrouwenarts. Deze verzekerde haar dat zestig procent van alle vrouwen gardanella had en dat besmetting ermee niet op geslachtsverkeer wees. Mevrouw Ridchardson hoorde dat de Kinderbescherming zich toch weer, op aansporing van dokter nummer Eén, met de zaak ging bemoeien en vroeg nu een advocaat om raad. Daar was de Kinderbescherming woedend over. Een ambtenaar ging naar de school van Sandy's tienjarige zusje Shelly en probeerde het kind uit te horen. Onder meer vroeg hij: 'Sluiten je ouders je wel eens op? Slaan ze je met een zweep of een ketting?' Voor alle zekerheid lieten de Ridchardsons Sandy nog eens door een vrouwenarts, dokter nummer Drie, onderzoeken. Deze vond niets wat op aanranding leek. De Kinderbescherming besloot hierop tot een hernieuwd verhoor van Shelly, op zo taktische wijze gevoerd dat het meisje na afloop totaal overstuur in haar klas terugkwam.
Kort daarop verschenen twee ambtenaren van de Kinderbescherming met twee politie-agenten voor het huis van de Ridchardsons om Sandy weg te halen. Ze dreigden de deur in te trappen als die niet werd opengedaan. De vier mannen stormden naar binnen, drongen moeder en dochtertje in een hoek en rukten het van angst gillende kind uit haar armen. Mevrouw Ridchardson kreeg te horen dat naar de mening van de politie haar man Sandy had aangerand. Daarna verdwenen de kinderbeschermers met het wanhopig schreeuwende en huilende meisje. Ze brachten haar eerst naar Shelly's school om afscheid van haar zusje te nemen. Ze zou naar een pleeggezin gaan, vertelden ze. Nadat ze nog aan Shelly hadden meegedeeld dat zijzelf ook wel gauw bij haar ouders zou worden weggehaald, lieten ze het kind in een bijna hysterische toestand achter. [...]
[Nog wat doktersonderzoeken verder.] Na tien dagen gaf de kinderrechter Sandy aan haar ouders terug. De Kinderbescherming protesteerde op grond van het feit dat de moeder soms groffe taal uitsloeg. De rechter vond dit onvoldoende reden om een vierjarig kind van de moeder te scheiden. Ofschoon niemand de vader ooit beschuldigd had en zes deskundigen hadden verklaard dat er geen enkele reden was om sexueel misbruik te vermoeden, bleef de Kinderbescherming het gezin bespionneren om bewijsmateriaal tegen de man te verzamelen. De Ridchardsons hebben hun spaargeld moeten offeren om al de geraadpleegde doktoren te betalen en zijn emotioneel en financieel geruïneerd. [...]
Het recept is succesvol gebleken: verbreid zwaar overdreven verhalen over de gevaren die kinderen bedreigen; vraag subsidies en giften voor organisaties die deze gevaren bestrijden; schep comfortabele banen voor de werkers van die organisaties. [...]
Het meest typerend is wel de herhaaldelijk gebruikte bedreiging: 'Als je ons niet vertelt wat die schoft met je heeft uitgehaald, zorg ik ervoor dat je in een opvoedingsgesticht komt. Daar word je al de eerste nacht door een stuk of tien grotere jongens verkracht, en ik verzeker je dat dat pijn doet. Ze gaan door tot je flauwvalt!' Kinderbescherming! [...]
De Oostenrijkse pedagoog en sexuoloog Ernest Borneman verzuchtte eens in een Duits radioprogramma: 'Nooit tevoren heeft men zich zo ingespannen om kinderen te beschermen. Nooit tevoren zijn kinderen zo ongelukkig geweest'.
[Kopie artikel zonder bronvermelding ook tegengekomen met als titel: De industrie der kinderbescherming.]
bron: Artikel 'Bescherm onze kinderen!' door E. Brongersma; Prothese, nr. 39; 1989