Bewindsman bij collectieve verkramping - Willen we een politiestaat?

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Sinds 1984 houdt de regering zich bezig met seksueel geweld, en het aantal veroordelingen is gestegen. Maar is dit een goede zaak? We hebben als zedenrechter een officier van justitie. Dat is een jurist, die zelden uitblinkt door maatschappelijke ervaring of psychologische kennis, maar die gericht moet zijn op resultaten. Justitie is beperkt en te bot voor het culturele en sociale leven.

Als het Openbaar Ministerie onze vrijages moet beoordelen hebben we te maken met het begin van de justitiestaat. Volgens onze traditie mag het strafrecht alleen het uiterste middel zijn. Paul Ophey in Trouw van 11 augustus 2000, maar ook [Jan de?] Keijser, Van Kalmthout en Crombag leveren fundamentele kritiek op onze strafrechtspraktijk.

Wat kan een bewindsman doen bij uitbarsting van collectieve furie? Uiteindelijk beslist de volksvertegenwoordiging. Soms ontstaat er in de Kamers een ademloos carrousel van media-ambtenaren-kabinet-parlement. De nuchterheid keert pas terug als de meerderheid dat wil. Daarbij kan de NVSH als beweging een belangrijke rol spelen. De invloed van de vereniging met haar eigen strijdbare historie mag niet onderschat worden. Dat ligt gezien de doelstelling en de historie van de vereniging voor de hand. En er is alle reden voor. Het algemeen belang is daarmee m.i. gediend. Maar dan zou ook door de NVSH een maatschappelijke debat op gang gebracht moeten worden, zo nodig door actief optreden. Dat heeft meer effect dan alleen goed onderbouwde conclusies bij commissie en parlement. Gewone mensen die zonder fanatisme doordachte meningen uitdragen, hebben meer uitwerking.

bron: Artikel 'Bewindsman bij collectieve verkramping - Willen we een politiestaat?' door Mr. Dr. B.B. Jagt (advocaat te Den Haag); www.jorisoost.nl/lees/politiek/bewindsman.htm; De Nieuwe Sekstant; najaar 2000