Column: liefde

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Mijn neefje van 5 komt regelmatig bij ons over de vloer en heeft er geen enkele moeite mee zijn intimiteiten met mij te delen. Als hij moet plassen benadert hij mij met het verzoek de knoop van zijn broek los te maken. Toen ik dat kort geleden deed, moest ik denken aan al die berichten die tegenwoordig in de krant verschijnen over jonge mensen die opeens, na zoveel jaar, hun ouders of stiefouders of een oom bij de politie aangeven wegens ontuchtige handelingen in een ver verleden. Het is natuurlijk goed dat dit gebeurt, maar, zo ging het door mij heen terwijl ik de broek van mijn neefje opende en in één moeite door ook de rits omlaag deed, zou mijn neefje mij als hij eenmaal 20 jaar is of daaromtrent, ook aan Justitie uitleveren? Wat ik bedoel te zeggen is dat je als oude man tegenwoordig zo verdomd voorzichtig moet zijn.

Mijn neefje zit weleens naast me terwijl we samen televisie kijken. Ik steek dan soms mijn hand bij zijn nek onder zijn trui en kriebel hem op de rug. Hij krijgt dan iets glazigs in zijn blik, hij kijkt nog wel naar het scherm, maar ik denk dat hij eigenlijk niet meer beseft wat hij ziet. Dat vertedert me. Ik hou van dat jongetje, maar kan dat eigenlijk nog wel? Loop ik geen vreselijke risico's?

Stel, hij is over vele jaren 18. Hij krijgt een meisje. Hij vertelt het meisje dat hij een reuze aardige oom heeft die vroeger zijn broek opende en dan zijn hand onder zijn kleding stak, zij het op de rug. Dat meisje begint, misschien wel gedreven door jaloezie, op hem in te praten. "Oude vieze man," beweert het meisje. "Ga naar de politie." Mijn neef gaat piekeren. Als hem twintig keer is verteld dat hij als kleuter het slachtoffer is geworden van ontucht en dat hij daardoor geestelijk beschadigd is geraakt, loopt hij tenslotte inderdaad naar de politie. Op een avond wordt er bij mij gebeld. Ik ben intussen bijna vijftien jaar ouder. Ik doe open en de politie verzoekt mij mee te gaan naar het bureau. Daar word ik door twee rechercheurs van de zedenpolitie verhoord. Een moord moet altijd eerst bewezen worden, maar in geval van seksuele misdrijven, zeker die waarbij kinderen zijn betrokken, wordt al op voorhand voetstoots aangenomen dat de verdachte, dus de viezerik, die dader is. "Heeft u de broek van het kind, toen het 4 en 5 jaar oud was, meermalen geopend?" "Jawel rechercheur," bevestig ik. "Heeft u hem meermalen onder zijn kleding betast?" "Jawel rechercheur," beken ik. "Op zijn rug." Weet u wat er dan gebeurt? De volgende dag staat in de krant dat de verdachte, de 67-jarige H. A., een volledige bekentenis heeft afgelegd. Nadien is er natuurlijk niemand meer die nog contact met mij wil hebben. Ik ben als een melaatse. [...] Het doet er ook niet toe of ik er met een voorwaardelijke straf afkom of dat ik misschien zelfs wel zal worden vrijgesproken, want het kwaad is al geschied, ik ben voorgoed de oom dier zich herhaaldelijk vergreep aan zijn neefje. [...] [W]ant weet u, ik ben gek op dat jongetje. Ik neem daarom van harte het risico dat er over vele jaren op een duistere avond wordt aangebeld door twee heren met een bevel tot aanhouding.

bron: Column 'Liefde'; Panorama; april 1988