Dagboek

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Je moeder bleek gisteravond te hebben gevraagd of je weer bij mij was geweest. Toen heb je op het laatst toch maar ja gezegd, "eventjes". Je moeder zei dat ze dat ONGEZOND vond, dat ze mij zou opbellen. Thuis had je niet gehuild, hier huil je en vloek je. "Dat begrijpen ze toch nooit, daar zijn ze te ouderwets voor," zei je. Ik vertelde je dat je vader en moeder je vriendschap met mij wel niet goed zouden vinden omdat ze liever hebben dat je met een meisje of jongen van je eigen leeftijd omgaat.

"Nou, daar hebben ze niks mee te maken, dat moet ik toch zelf weten." "Nou, je vader en moeder zijn de baas over je in deze maatschappij, dat vinden zij." "Dan loop ik weg, mijn moeder heeft eens gezegd dat ik er dan niet meer inkom." "Weglopen kun je niet maken, waar moet je naartoe?" "Op een dak, daar slapen." "Doe niet zo gek, als je het echt moeilijk hebt, kom dan toch maar hier naartoe. Maar je kunt hier niet lang blijven. De politie zou hier kunnen komen vragen." "Ik doe jou ook erg veel verdriet, door mij heb je moeilijkheden." "We kunnen het ook niet helpen dat we van elkaar houden. Dat is moeilijk omdat we een jongen en een man zijn, jij bent twaalf. Het zou voor mij ook makkelijker zijn om een oudere vriend of vriendin te hebben, maar het is nu zo gelopen. Ik ben gekker op jou dan op mijn vriendin Marjo."

bron: 'Dagboek' door Walt Grandi; OK Magazine, nr. 14; augustus 1988