De liberaal en de zedelijkheid

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Het is najaar 1986 en in een rechtszaal staat meneer A (of mevrouw B) terecht omdat hij/zij het bed heeft gedeeld met een 14-jarige. In een gloedvol betoog veroordeelt de officier van justitie deze voze praktijken, niet omdat de 14-jarige ertegen was maar omdat sommige dingen nu eenmaal niet kunnen als ze niet mogen. "Maar," antwoordt de advokaat, "uw baas - de minister van justitie - heeft in november 1985 gezegd dat het wel mocht." De officier kijkt een tikje bedremmeld, hij had gehoopt dat de advokaat dat was vergeten. Deze echter wendt zich tot de rechter en zegt: "Het hele kabinet vond dat de overheid zich niet meer moest bemoeien met dit soort kontakten. En nu moet mijn cliënt de bak in omdat... Ja, waarom eigenlijk?" De edelachtbare leunt achterover, kijkt eens naar de afbeelding van onze vorstin en verzucht: "Om de verkiezingen, begrijpt u wel. En Nijpels." Begrijpt u wel?

bron: 'De liberaal en de zedelijkheid'; De Tijd (Tekst overgetypt op een stencil); 29 november 1985