De rechtsstaat moet je leren - De president van de Hoge Raad over de rol van de rechter

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Een ander voorbeeld biedt de zaak waarin de civiele kamer van de Hoge Raad heeft beslist dat de vereniging Martijn wordt verboden en ontbonden omdat haar activiteiten in strijd zijn met de openbare orde. Dat was niet zo'n gemakkelijke beslissing als dit op het eerste gezicht zou kunnen lijken. Er zijn in die zaak twee belangrijke grondwettelijke rechten aan de orde, namelijk de vrijheid van meningsuiting (art. 7 van de Grondwet) en de vrijheid van vereniging (art. 8 van de Grondwet). Die schuif je niet zomaar aan de kant. In het algemeen moet grote terughoudendheid worden betracht bij het verbieden en ontbinden van een vereniging. Maar in dit zeer bijzondere geval oordeelde de Hoge Raad het verbod en de ontbinding noodzakelijk in het belang van de bescherming van de gezondheid en van de rechten en vrijheden van kinderen. De Hoge Raad moest uitgaan van de feitelijke vaststelling van het hof dat de vereniging de gevaren van seksueel contact met jonge kinderen bagatelliseert, dergelijke contacten zelfs verheerlijkt en haar opvattingen ook propageert. Seksueel contact van volwassenen met jonge kinderen is naar de in Nederland levende maatschappelijke opvattingen echter een daadwerkelijke en ernstige aantasting van de lichamelijke en seksuele integriteit van het kind, dat daardoor grote en blijvende psychische schade kan oplopen. Juist kinderen behoeven bescherming tegenover volwassenen die zulke handelingen verrichten, omdat zij in het algemeen door hun jeugdige leeftijd en de daarmee samenhangende kwetsbaarheid in een afhankelijke positie verkeren.

bron: Uit het boek 'De rechtsstaat moet je leren - De president van de Hoge Raad over de rol van de rechter' door Geert Corstens; Prometheus/Bert Bakker, Amsterdam; blz. 92-93; Vierde druk 2015; Eerste druk: 2014