De witte plek tussen voorlichting en praktijk
Het is dus werkelijk geen wonder dat er op kinderlijke seksualiteit, op masturbatie, en op homoseksualiteit nog zulke taboes rusten, en dat deze vormen van seks ook in deze tijd van zogenaamde seksuele vrijheid nog altijd niet bespreekbaar zijn. Al zijn zij in wezen aangeboren uitingen van menselijke seksualiteit, toch worden zij in onze 'vrije' cultuur nog altijd niet als normale vorm van lichamelijk genot geaccepteerd. Immers, waar thuis en op school nooit over wordt gesproken wat in de lesboekjes niet lijkt te bestaan, blijft onbespreekbaar en onaanvaardbaar.
Om deze witte plekken in onze huidige manier van voorlichten in te vullen, zouden wij dus in eerste instantie zelf een andere houding t.a.v. kinderlijke seksualiteit, masturbatie en homoseksualiteit moeten krijgen om die vervolgens door te kunnen geven aan onze kinderen. Daarbij zouden we dan kinderlijke seksualiteit toestaan en daar met onze kinderen over praten. Meisjes en jongens zijn namelijk al op zeer jonge leeftijd tot orgasme-beleving in staat en wij zouden hen, door er gewoon over te doen, in hun prettige lichamelijke gevoelens moeten bevestigen. Omdat uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat vrijwel ieder mens in wezen biseksueel is, d.w.z. zich in meerdere of mindere mate tevens aangetrokken kan voelen tot mensen van het eigen geslacht, zouden we kinderen kunnen leren letten op wat ze voor mensen voelen, in plaats van hen voortdurend te wijzen op het geslacht van mensen [...].
bron: Artikel 'De witte plek tussen voorlichting en praktijk' door Ariane Amsberg, Oegstgeest; 't-Heen & Weer; 15 oktober 1983; Oorspronkelijk verschenen in De Syllabus; mei 1981