Dubieus verbod

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Belangrijker is echter een principieel probleem. Marthijn Uittenbogaard, de vrij intelligent overkomende voorzitter van Martijn, bracht dit vorige week goed onder woorden tijdens een discussie in Pauw & Witteman naar aanleiding van het hoger beroep tegen het rechterlijke verbod van zijn club. Martijn, zei hij, wil de wet niet overtreden en niet daartoe aanzetten, maar de wet veranderen. En als een rechter dit streven verbiedt, schept hij een gevaarlijk juridisch precedent.

Dit is een zinnige redenering. Een samenleving heeft het recht, en zelfs de plicht, haar normen vast te leggen in wetten en op te treden tegen overtredingen van deze wetten. Maar zij moet bijzonder voorzichtig zijn met het opwerpen van juridische obstakels voor het ter discussie stellen van de bestaande normen. Zeker omdat het hier niet gaat om eeuwige, door hogere machten ingegeven waarheden. Een wet is de tijdelijke uitkomst van een permanent debat over goed en kwaad, een debat waarin ieder zijn zegje moet kunnen doen. [...]

De opvattingen over pedofilie zijn ook [net als die over homoseksualiteit] aan modes onderhevig. Een jaar of dertig geleden konden opinieleiders en politici luchtig doen over seksuele relaties tussen volwassenen en kinderen, nu wordt er zeer zwaar aan getild. Dit is een morele vooruitgang, maar geen reden om het pedofiele gedachtegoed buiten de legale orde te plaatsen.

bron: Artikel 'Dubieus verbod' door Gerry van der List; Elsevier; 16 maart 2013