Een pedofiel is nog geen kinderlokker

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

[Theo Gerritsen, 31 jaar, pedofiel:] "Elf jaar was ik toen mijn moeder overleed. Ik was enig kind, dus mijn vader stuurde me naar een internaat. Dat was voor hem gemakkelijker en ik vond het heerlijk. Zo'n groep kinderen was voor mij ideaal. Op die school deed ik voor het eerst mee aan spelletjes zoals kijken wie de grootste heeft en wie het verst kan piesen. Ik kreeg mijn eerste seksuele gevoelens. Op de ulo trof ik een leraar die me af en toe knuffelde en ik vond dat erg lekker. Het was een summum als hij met mijn pikkie speelde. Inmiddels hertrouwde mijn vader en ik moest weer terug naar huis. Ik was weer alleen. Ik heb het daar erg moeilijk mee gehad, want het internaat vond ik het einde. [...]

Op een avond zei mijn vader dat ik mijn goede kleren aan moest trekken. Vervolgens leverde hij me af bij een rooms-katholieke maatschappelijk werker, die me na een kop koffie seksuele voorlichting gaf. Rijkelijk laat, want ik wist al bijna alles. Ik ben drie keer bij hem geweest en op een gegeven moment was het zover, dat we allebei in de keuken stonden met de broek naar beneden, want die rooms-katholieke maatschappelijk werker was pedofiel. [...]

Nadat ik eens gerotzooid had met een jochie van 12, stond op een avond de kinderpolitie op de stoep. Het was mijn eerste contact met de justitie. Mijn vader noemde mij een grote viezerik, die de naam van de familie te grabbel gooide, en dat had tot gevolg dat ik op mijn zestiende jaar reeds mijn ouderlijk huis verliet. Op de kermis vroegen ze bij een lotentent verkopers. Ik dacht: Waarom niet? dus ik erop af. Jaren heb ik dat gedaan. Ik kreeg echt kermisbloed. In die tijd leerde ik Marnix kennen. [Om herkenning te voorkomen zijn de namen van al diegenen die zonder achternaam zijn vermeld, gefingeerd. Red.; Marnix = Martijn?] Dat werd een diepe relatie. Op een dag in 1978 zagen zijn buren dat Marnix en ik elkaar bij het afscheid bij de trein een kus gaven en die mensen zijn gelijk naar de politie gestapt. Ik werd opgepakt. Het was een begin van een lijdensweg met verplicht Androcur slikken, een soort chemisch castratiemiddel, en een opname in het Pieter Baan Centrum in Utrecht. [...]

Men gaat er nog steeds van uit dat pedofielen kinderverkrachters zijn, die in regenjassen onschuldige kindertjes met zakken snoep proberen te lokken. Wat een onzin! Net zo goed als ieder ander ben ik tegen dwang in een relatie. Bovendien zou je er ook niets aan hebben, want de geestelijke band met zo'n kind is veel belangrijker. Inmiddels heb ik een eigen pedofielentijdschrift opgericht, Martijn, en daar heb ik het razend druk mee. Het eerste nummer is prima ontvangen. Mijn hoofd loopt zo langzamerhand om van alle reacties, dus voorlopig hoef ik me niet te vervelen. Bovendien heb ik nu weer een goede relatie met twee heel lieve jongens en dat stemt me al lang tevreden."

bron: 'Een pedofiel is nog geen kinderlokker'; Uit het artikel 'Vijftien jaar seksuele bevrijding' door Ingrid Goude Quint & André Naber; Panorama Nr. 7; 13 februari 1981