Een pedofiel trekt ten strijde
(Begint te huilen) [Robert Rehm:] "Wat ik zo leuk aan kinderen vind, is dat ze zo laaiend enthousiast over dingen kunnen zijn. Ik kan heel goed opschieten met kinderen, kinderen zijn ook gek op mij. Het gebeurt me heel vaak dat een kind mij op straat spontaan gedag zegt. Ze voelen kennelijk dat ik wat met ze heb. Ik put een heleboel genoegen uit het contact met kinderen, gewoon door met ze te spelen. Maar ik wil ook met ze vrijen, met ze naar bed; dat geeft toch een bepaalde intimiteit die je anders niet zo gauw bereikt."
"Ik ben in een positie waarin ik me het één en ander kan veroorloven. Ten eerste hoef ik niet bang te zijn voor aanklachten wegens 'ontucht', want die heb ik, helaas, niet gepleegd. Ten tweede heb ik geen vrouw die ik in de problemen kan brengen en ik heb ook geen baan die ik op het spel zet."
"Ik kan me de angst van de ouders wel voorstellen, ik kan me er heel veel bij voorstellen. Maar dat betekent niet dat ze niet verkeerd zitten; ze zitten wel fout in de manier waarop ze zich opstellen."
bron: Interview 'Een pedofiel trekt ten strijde' door Lizette Dalebout; Nieuwe Revu; 15 augustus t/m 22 augustus 1990(?)