Hans van Manen - Interview met een wereldberoemd choreograaf
Ik kwam stiekem bij het COC toen ik nog geen 21 was. In die tijd mocht je daar pas binnen als je 21 was. Terwijl ik vanaf m'n veertiende al tenten als de Jamaica frequenteerde. Maar het COC mocht je niet in. Dus je begrijpt hoe nieuwsgierig je daar dan als jonge nicht naar wordt. Nou, en dat is ook niet tegengevallen. Om maar wat te noemen: ik heb daar bijna onmiddellijk Benno Premsela ontmoet en dat is een levenslange vriendschap geworden. [...]
Het gebeurde me dat er hier aan de overkant een feest was met allemaal dronken mensen op het balkon. Ik kwam thuis en toen werd er "vuile, gore poot" geroepen. Ik was ongelooflijk gechoqeerd. Nog dagen mee bezig geweest. Op een gegeven moment kom ik terug uit Den Haag en ik parkeer m'n auto, staan die mensen, van die studentikoze types, hun auto te wassen. Dus ik stap op ze af en zeg: "Gôh, ik weet nu in ieder geval wat er gebeurt als er een oorlog uitbreekt en er staat een overvalwagen voor de deur om me af te voeren. Dan weet ik van wie het komt".
bron: Interview 'Hans van Manen over dans, fotografie en nichten - Interview met een wereldberoemd choreograaf' door Michiel de Bie; Rainbow Magazine; 2e jaargang, nummer 4; juni 1995