Het risico op recidive moet leidend zijn, en niet de stoornis

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Gisteren en vandaag behandelt de Eerste Kamer het wetsvoorstel Forensische Zorg. Eén van de belangrijkste onderdelen is het verruimen van de mogelijkheden om verplichte behandeling (waaronder tbs) op te leggen aan verdachten die weigeren mee te werken aan onderzoek. Dit door ervoor te zorgen dat de rechter, bij weigering, inzage kan krijgen in informatie uit het verleden waarmee een mogelijke psychische stoornis vastgesteld kan worden. [...],br>
Onderzoek heeft aangetoond dat wanneer alle relevante risicofactoren in kaart zijn gebracht, het al dan niet meewegen van de eventuele psychische stoornis de voorspelling van de kans op een nieuw delict niet verbetert. Deze wetenschappelijke inzichten uit de laatste decennia zijn helaas nog niet vertaald naar de Nederlandse praktijk, waarin nog altijd een sterke nadruk op de psychische stoornis ligt. Ook deze nieuwe wet zal daarin geen verandering brengen.

Hoe groter de kans dat een verdachte later een nieuw delict zal plegen, hoe zwaarder de behandeling (en de beveiliging van de samenleving) moet zijn om dat delict te voorkomen. Dit klinkt logisch, en dat is het ook: dit principe is wetenschappelijk uitvoerig aangetoond. Uit recent onderzoek van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen naar het opleggen van behandeling aan zedendelinquenten bleek echter dat dit principe in Nederland niet voldoende wordt nageleefd: de samenhang tussen het risico op recidive van een verdachte en de zwaarte van de hem opgelegde forensische zorg was op zijn best zwak.

bron: Artikel 'Bij het opleggen van forensische zorg moet het risico op recidive leidend zijn, en niet de stoornis' door Laura Menenti; www.volkskrant.nl/opinie/bij-het-opleggen-van-forensische-zorg-moet-het-risico-op-recidive-leidend-zijn-en-niet-de-stoornis~a4557128/; de Volkskrant; 16 januari 2018