Het seksuele gedrag van jonge volwassenen - Uittreksel van het boek van M. Schofield
In "The sexual behaviour of young adults" geeft Michael Schofield verslag van het onderzoek dat hij heeft gehouden [in Groot-Brittannië?] onder een groep mannen en vrouwen die hij 7 jaar geleden eveneens heeft gevraagd naar kennis, houding en gedrag op het gebied van de seksualiteit. [...] 14% Van de 790 personen die 7 jaar geleden waren geïnterviewd, weigerde om weer aan het onderzoek mee te werken. [...]
Zeven jaar geleden antwoordde 84% van de meisjes dat ze seksuele voorlichting op school hadden gehad en 45% van de jongens. Nu, 7 jaar later, beantwoordde van dezelfde groep mensen nog maar 50% vrouwen en 32% mannen de vraag positief. Kennelijk is men veel vergeten òf vindt men de indertijd genoten schoolvoorlichting nu niet meer deze betiteling waard.
Voor wat betreft de mannen blijkt er verband te bestaan tussen het-niet-zijn-voorgelicht-op-school en het vroeg van school gaan, het niet hebben gehad van GCE (= voortgezet onderwijs) en get komen uit het arbeidersmilieu. Voor wat betreft de vrouwen lijkt er een lichte relatie andersom te bestaan: zij die na 18 jaar van school kwamen, voortgezet onderwijs hebben gehad, uit de middenklasse komen, hebben minder seksuele voorlichting op school gehad.
De beter opgeleide vrouwen van nu vinden, dat zij niet op school zijn voorgelicht of erg slecht (het verdient in hun ogen nu deze naam niet meer). Meisjes uit de arbeidersklasse, die rond 15 jaar van school zijn gegaan, vinden dat ze wel op school zijn voorgelicht. Deze groep is kennelijk sneller tevreden en dus het meest kwetsbaar, gezien de geringe aandacht die op scholen aan anticonceptie wordt besteed! (slechts 1% van de hele groep ondervraagden had ooit met de onderwijzer over a.c./geboorteregeling gepraat).
Op of vóór 14-jarige leeftijd was 1/3 van de meisjes en 1/5 van de jongens op school voorgelicht (!), meestal in de vorm van 1 les - van de onderwijzer of soms van een arts - in veel minder gevallen in de vorm van discussie "als het zo ter sprake kwam". Maar 1 op de 10 jongens en 1 op de 5 meisjes had een cursus seksuele voorlichting gehad.
Van de hele groep voorgelichten was maar 3% tevreden. Voornaamste klachten: de voorlichting op school kwam te laat (men dacht dat men het al wist, luisterde niet meer), de informatie was misleidend of niet interessant (men wilde vooral informatie over wat mannen en vrouwen seksueel beleven, wat hen opwindt), er werden geen nette bruikbare woorden genoemd (schuttingwoorden durfde men zelf niet te noemen als men een vraag wilde stellen). Van de hele groep - inclusief degenen die gen voorlichting op school hebben gehad - had 80% op school meer c.q. betere informatie over seksualiteit willen hebben.
Gedrag
Effect blijkt nihil: geen significante verschillen tussen wel en niet op school voorgelichten v.w.b. aanvangsleeftijd, relatie tot eerste partner, promiscuïteit (van mannen met voorl. had 66% het laatste jaar slechts 1 partner gehad, mannen zònder voorl. 94%, idem vrouwen: respectievelijk 88 en 82%!), voorechtelijke zwangerschap, abortus of besmetting met geslachtsziekte. Licht verband tussen schoolvoorlichting en regelmatig gebruik van a.c., maar erg gering: 44% voorgelichten tegen 36% niet-voorgelichten gebruiken regelmatig a.c.
Houding
Effect eveneens nihil, behalve op het bewustzijn van gevaar voor besmetting met geslachtsziekten (regelrecht gevolg van repressieve voorlichting) en het bewustzijn dat men van a.c. nog niet alles weet.
Conclusie: Schoolvoorlichting maakt de mensen wel meer bewust van een aantal problemen, maar beïnvloed niet hun gedrag.
bron: < "Het seksuele gedrag van jonge volwassenen", uittreksel van het boek van M. Schofield > door Wiky [of Wicky?] van Rijssel, Wetenschappelijk Bureau NVSH; W.B. info, nr. 80; mei 1974