Ireen van Engelen en haar bijdrage aan de kruistocht tegen pedo's
"Plotseling ontdek ik het overal, zoals zwangere vrouwen in je gezichtsveld komen als je in verwachting bent. Elke aanraking van een kind door een volwassene bekijk ik met argusogen. Geen toespeling ontgaat me, hoe onschuldig het ook bedoeld mag zijn. Zoals dat affiche van een bloot jongetje met een dure camera om zijn nek. Of die arrenslee in het winkelcentrum met die lachende kerstman, na inworp van een gulden, een minuut lang zijn schoot laat wiebelen. Pedofilie is een obsessie geworden." [...]
Onze heldin beseft dat wie het recht wil doen zegevieren, wie kinderen uit de handen van misbruikers wil redden, ook nog moet rekenen op tegenwerking door justitie. Dit is het ware volksgevoel. En zo eindigt het boek als een oproep tot verdergaande actie tegen pedofilie. Daarmee is deze roman een van de talloze stemmen uit het volk. De druk op politie, justitie en politiek is massaal, en leidt op dit moment weer een nieuwe en onfrisse fase van de jacht op pedofielen in. De heldin van dit boek slaagt erin zich als slachtoffer uit te beelden terwijl ze juist de heersende macht van het 'gemene' denken vertegenwoordigt. Een dergelijk gebrek aan (zelf)inzicht heeft altijd iets meelijwekkends en angstaanjagends tegelijk.
bron: Boekrecensie 'En ze noemde het pedofilie - Ireen van Engelen en haar bijdrage aan de kruistocht tegen pedo's' door Dik Brummel; Betreft het boek: 'En ze noemen het liefde' door Ireen van Engelen; De Nieuwe Sekstant; najaar 1999