Is hij ziek?

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Ik schrijf u in de hoop dat u mij kunt helpen. Ik ben 20 jaar, sinds een jaar getrouwd met een man die tot op een bepaald punt gezond is. We moesten destijds trouwen, wat ik erg vond, maar mijn man niet (hij is 24). [...] Maar ja, dat is voorbij en wij waren erg gelukkig - tot voor een maand -. Toen ontdekte ik dat mijn man zich hoogstwaarschijnlijk zelf hielp, wat ik maar niet begrijpen kon, omdat ik altijd gezegd heb: "Als er iets is wat ik niet goed doe, of wat jij anders wilt, zeg het me dan, ik moet alles nog leren!" Ik hou van hem en hij is ontegenzeggelijk goed en ik heb mezelf wegwijs gemaakt met standenboeken en lees allerlei boeken over sex. Om het bewijs van zijn daad te krijgen heb ik zijn zakdoeken gecontroleerd en heb hem in bed stiekem zitten afloeren: [...]. [I]k zag het 's morgens aan de zakdoek met het kleverige sperma. De andere dag vroeg hij wel een paar keer "Wat heb jij toch". Ik zeg "Niks" maar bleef bokken, wat helemaal niet mijn natuur is, want ik ben erg opgewekt. [...] Toen ik later kwam zei hij: "Wat ben jij toch gezellig de laatste dagen". Ik smeet er meteen alles uit: van die zakdoeken en dat hij goed op weg was een homo te worden. Zegt hij: "Dat is je eigen schuld, want jij zal nooit eens uit jezelf beginnen met aanhalen". [...]

Zondagmorgen blijft hij wat langer in bed liggen. Ik had nergens geen erg meer in; ik dacht het is uitgepraat en hij is er overheen. Maar maandagochtend ruimde ik zijn kleding op, zoek naar z'n zakdoek en ja hoor, hij had het toch weer gedaan. [...] Ik heb erg hard gehuild en me aldoor afgevraagd waaróm dit allemaal zo was. Ik kón op 't laatst niet meer, ben op een stoel gaan zitten en heb het gas opengezet. Toen hij thuis kwam merkte hij dat niet eens maar vroeg, wat heb jij nu toch. Ik zeg: "Kijk hier eens naar je vuile zakdoeken; jij bent ziek man, doodziek. Als ik bij je in bed kom gebeurt er niets, al haal ik je aan, maar een half uur later help je wel jezelf. We hebben enorme ruzie gekregen en hij dreigde me te slaan als ik nog eens in z'n boel snuffelde. Eindelijk is hij kwaad de deur uitgegaan. Nu zit ik aan u te schrijven en vraag wat ik nu moet doen: Die boekjes [sexblaadjes] de deur uitgooien, of hem mee proberen te nemen naar een dokter op dit gebied, misschien kan die hem kamferpillen geven of zoiets. We krijgen steeds vaker ruzie en ik zie er echt van komen dat we gaan vechten of dat ik met het kind terug ga naar m'n moeder.

bron: Ingezonden brief 'Is hij ziek?'; Sextant, nr. 2; februari 1971