Je zoekt iets dat er niet is
[Gerard] Reve stelde vast dat zijn ouders wel zogenaamd verlichte en progressieve mensen waren, maar dat ze nergens iets vanaf wisten en eigenlijk heel puriteins waren. Zijn moeder wist niet dat jongens masturbeerden. Hij had geen herinneringen vóór zijn vijfde jaar en moest het doen met 'dekherinneringen'. [...] Toen hij heel jong was, had hij al esthetische gevoelens en verliefdheid ten opzichte van mooie jongetjes. Maar dat soort gevoelens werd verdrukt, mede door de communistische sfeer waarin ze verkeerden. [...]
[Gerard Reve:] 'De jongen op wie ik tragisch verliefd werd heet Roesten, een achternaam waarin, zoals vaker daar [Sri Lanka], iets Nederlands doorklinkt. Je ontmoet zo'n jongen, die je erg graag wil, en die het boeiend en interessant vindt. Ik heb het niet over die hoeren, maar gewoon een jongen van een jaar of 13, 14. Hij vindt ons blanken erg mooi, God mag weten waarom, en wil wel met je stoeien. Heel argeloos, na kissing and teasing, word je verliefd op zo'n jongen - en wordt het erg problematisch. Dan word je meegenomen naar de kampong, zijn familie is erg aardig, en ineens is die hele troep in je wereld gekomen. Je overweegt de aanschaf van boeken, leermiddelen, cursussen. Je trekt vierduizend gulden uit om voor die mensen een paleis te laten bouwen. En je zegt: "Als ik kom wil ik die twee hokken daarachter hebben." Dan ben je al bezig aan iets dat niet kan. Je zoekt iets dat er niet is.'
bron: Uit de biografie 'Gerard Reve - Kroniek van een schuldig leven, deel 3 - De late jaren 1975-2006' door Nop Maas; Uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam; Tweede druk: oktober 2012; Eerste druk (hardcover) ook oktober 2012