Kinderporno? - Relaas van een justitiële uitglijder
Een van de gefotografeerde jongens van toen, José, inmiddels 24 jaar en vader van een dochtertje, was overgekomen uit de Verenigde Staten om te getuigen dat hij destijds geen enkele tegenzin voelde bij het maken van de foto's. Van hem en van alle andere betrokken jongens waren verklaringen aanwezig, waarin ze toestemming gaven voor de publicatie van de opnamen.
Benno Premsela, oud-voorzitter van het COC, ontwerper en voorzitter van het Fonds voor de Kunst, zei dat alle echte kunst een erotische lading heeft. Maar of afbeeldingen een prikkelende werking op de toeschouwer hebben hangt niet van de afbeelding af maar van de beschouwer. Porno is in het oog van de toeschouwer.
Bastiaan Vroege, directeur van de Stichting Perspectief in Rotterdam, steunde Premsela in zijn oordeel dat de betrokken foto's kunst zijn en artistieke waarde hebben. Ondergetekende ging na, ook als getuige-deskundige, of er iets bekend is over de uitwerking van bloot gefotografeerd worden op de betrokken jeugdige. Daarnaar is nooit onderzoek gedaan.
bron: Artikel 'Kinderporno? - Relaas van een justitiële uitglijder' door Frits Wafelbakker; Sekstant; februari 1991