Kindervriend Polak

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Hoewel tegen lidmaatschappen heb ik mij dezer dagen toch maar doen inschrijven als lid van de NVSH. Voor de fatsoenlijke landgenoot is de reden niet oninteressant, daarom deze brief. Minister Polak [Minister van Justitie namens de VVD] had nl. gedreigd met een verbod van deze vereniging omdat zij het liefdeleven van minderjarigen niet "ontuchtig" verkiest te vinden.

Mogelijk is Polak te biecht gegaan bij zijn Secretaris Mulder, die onlangs Hitler's stinkei, de Schützhaft [Schutzhaft], weer op Neerlands tafel wou zetten. Evenwel, de Polakken kunnen eventueel ook bij mij in de leer, want ik ontving als jongen liefde van een man, die ik hard nodig had, want ik groeide liefdeloos op. Als ik het goed begrijp, vindt Polak mijn liefdeleven "ontuchtig" en ik zou wel eens willen weten, wat hij zeggen zou, als ik hetzelfde van zijn liefdeleven zou denken. Waar ik echter vanaf blijf, want ik ben fatsoenlijk. Destijds werd mijn verhouding met die man ontdekt, hij werd in de zelfmoord gedreven en ikzelf hield aan mijn contact met de zedenpolitie een levenslange zenuwziekte over. Daarmee niet genoeg gedaan leverde men mij in Duitse handen over, om als "volksschädling" vermoord te worden. Polak, die mijn "reine jeugd" zo liefhad, moet dus zijn bij de boosdoeners, die de zedelijkheidswetten hebben uitgevonden, in standgehouden en hand- en spandiensten hebben verleend bij het verwoesten van mijn jeugd en gezondheid. Deze brief mag met naam en adres worden afgedrukt want ik ben het niet, die iets te verbergen heb. Die wat te verbergen hebben zijn degenen die achter "gesloten deuren" en als "geheime Reichssache" hun vuile praktijken bedrijven en bedreven hebben.

En wat Polak betreft: te zijnen behoeve moet u maar eens afdrukken het 13e hoofdstuk van de van de 1e Brief aan de Gemeente van Korinthe. Misschien dat de man dan leert, wat werkelijke liefde is.

bron: Ingezonden brief 'Kindervriend Polak' door G. Prins; Sextant, nr. 6; juni 1971