Martijn was er niet bij
Sommige volwassenen hebben een heel duidelijk standpunt over seksualiteit met kinderen en dat luidt: kinderen tot zestien jaar hebben geen seksuele gevoelens voor personen die ouder zijn dan 21, dus wie toch met ze vrijt, is pedofiel of incestueus en verdient straf. De huidige wetgeving geeft deze mensen gelijk. Andere volwassenen hebben een iets minder duidelijk standpunt dat bovendien nogal verschilt van het eerste: mits je van je macht als volwassene geen misbruik maakt, mag je vrijen met kinderen die dat zelf willen.
Het eerste standpunt is wetenschappelijk onhoudbaar - seksualiteit is overduidelijk niet aan leeftijd gebonden - en bovendien een voedingsbodem voor intolerantie ten opzichte van pedofielen; het heeft hooguit praktische waarde bij het beteugelen van seksueel misbruik van kinderen en zelfs die waarde moet niet worden overschat. Het tweede standpunt is wetenschappelijk onbewijsbaar - hoe zie je of de volwassene geen macht heeft gebruikt; bestaan er überhaupt relaties zonder macht? Het is daardoor onbruikbaar voor de strijd tegen seksueel geweld, maar tegelijk de enige verdediging die pedofielen voor zichzelf kunnen aanvoeren.
Met wetenschappelijke wapens valt seksueel geweld tegen kinderen dus niet te bestrijden. Het beslissende woord zal er nooit over gezegd zijn. Dus zullen we het moeten doen met morele wapens, waarvan bovendien kritisch moet worden bekeken wat de praktische waarde is in de strijd tegen seksueel geweld. Zulke wapens zijn met een lampje te zoeken. De huidige wetgeving is niet effectief: ondanks het verbod is het onmogelijk gebleken seksueel geweld tegen kinderen uit te roeien. Wel jaagt strikte toepassing van de wet de pedofielen terug de bosjes in - waar ze uit angst voor ontdekking wellicht hun toevlucht zullen nemen tot ernstiger misdrijven.
Martijn, de vereniging die streeft naar maatschappelijke en wettelijke aanvaarding van pedofilie en vorig weekend vijf jaar werd, wijst erop dat we in die vijf jaar nogal wat intoleranter zijn geworden. De affaire 'Oude Pekela' draagt daar volgens Martijn sterk toe bij. Die intolerantie heeft niet alleen immorele kanten (zoals meestal bij discriminatie van seksuele minderheden), maar is ook ineffectief: de hele incestproblematiek maakt duidelijk, dat het bepaald niet alleen enge pedofielen zijn die kinderen misbruiken. Het lampje dat de zoektocht naar morele wapens kan bijlichten heet gezond verstand. En dat begint met het onderscheid maken tussen pedofilie en seksueel geweld tegen kinderen. Martijn was niet in Oude Pekela.
bron: 'Martijn was er niet bij'; Welzijnsweekblad nr. 5; 5 februari 1988