Meningen van artsen over homosexualiteit

Meilof-Oonk en Valkman (1973; par. 3.4) [titel publicatie: Meningen over homosexualiteit II] vonden ten aanzien van huisartsen onder meer dat:
- 71% van mening was dat homoseksualiteit een afwijking is;
- 64% dacht 'dat het goed zou zijn als iedere homoseksueel naar een psychiater ging om vast te stellen of hij al dan niet kan worden genezen';
- 57% van mening was dat er te veel aandacht aan homoseksualiteit wordt gegeven en slechts 11% dat er te weinig aandacht aan wordt besteed;
- 48% geloofde 'dat je met homoseksuelen eigenlijk medelijden moet hebben';
- 35% in de voorlichting aan kinderen meer aandacht besteed wilde zien aan 'de mogelijke preventie van homoseksuele contacten met kinderen'.
Bijna alle huisartsen waren het eens met de uitspraak 'dat men toch wel ontraden moet dat meerderjarigen seksueel contact hebben met minderjarigen (16-20 jaar) van hetzelfde geslacht'.
Een meerderheid vond dat openlijk homoseksueel gedrag funest is voor de omgeving en een slechte invloed kan hebben op de jeugd. Gevraagd naar het nut van verschillende soorten onderzoek over homoseksualiteit, spraken de huisartsen een duidelijke voorkeur uit voor onderzoek naar de oorzaken van homoseksualiteit; de auteurs vermoeden dat dit samenhangt net de bij artsen bestaande 'onzekerheid over het al dan niet als ziekteverschijnsel opvatten van homoseksualiteit' (blz 57). En natuurlijk zal deze onzekerheid doorspelen in het contact met homoseksuele jongeren en hun ouders. Helaas zijn er nog geen systematische gegevens bekend over de houding van andere groepen hulpverleners, zoals predikanten, maatschappelijk werkers en psychotherapeuten.

bron: Uit het boek 'Homoseksuele jongeren en hun ouders' door Robert-Jan van der Feen & Geert Sanders; 'Relatie en seksualiteit' onder redactie van: Ariane Amsberg, Willeke Bezemer, Walter Everaerd, Willem Henderikx, Jan Moors, Willem de Regt & Ben Witte; Onder auspiciën van het Nederlands Instituut voor Sociaal en Sexuologisch Onderzoek; Nisso/Van Loghum Slaterus, Deventer; 1980