Nazi-Duitsland en de Joden

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Geen enkele maatschappelijke groep, geen enkel kerkgenootschap, geen onderzoeksinstelling of beroepsvereniging in Duitsland of elders in Europa verklaarde zich solidair met de Joden. (blz. 18) [...]

'Deze Joden [Poolse Joden] zijn helemaal geen mensen meer. {Het zijn} met een kil intellect uitgeruste roofdieren, die je onschadelijk moet maken.' (blz. 40) [...]

Niet weinigen verlangden ook zelf zozeer naar een 'Nieuwe Orde' dat ze open stonden voor de 'verleiding van het fascisme'. Het aanzwellende antiliberalisme had dieperliggende oorzaken dan de Duitse militaire macht. Zoals aangegeven in de inleiding was de onvrede met de liberale maatschappij vanaf de laatste decennia van de negentiende eeuw stapsgewijs gegroeid. [...] Inmiddels zijn de geleerden het erover eens dat deze hele zogeheten nieuwrechtse stroming, in tegenstelling tot het rechtse conservatisme, niet alleen steunde op de lagere middenklasse, die zich gemangeld voelde tussen de groeiende macht van linkse organisaties enerzijds en het ongebreidelde kapitalisme met al zijn onverklaarbare crises anderzijds. De ideeën van nieuwrechts sloegen ook aan bij een deel van de ontevreden arbeidersklasse, de hogere burgerij en de aristocratie. [...] De antimaterialistische en antiburgerlijke geest die rond 1880 in Europa ontwaakte - en die behalve bij rechts ook in sommige linkse kringen aansloeg en ook veel katholieken en protestanten aansprak - was een van de kenmerken van het naoorlogse nieuwrechts en vroege fascisme. [...] Net als in Duitsland - en in Italië - zetten de gevestigde elites hun afkeer van het extremistische nazisme (en fascisme van Mussolini) opzij, omdat ze dezelfde vijanden hadden: het 'bolsjewisme' en de liberale democratie. (blz. 88-91) [...]

'Iedereen is bang om ook maar enigszins verdacht te worden van sympathie voor de Joden, die angst schijnt onafgebroken te groeien.' (blz. 155) [...]

'De meesten tonen geen enkel mededogen met de Joden. Integendeel, sommigen vinden dat er niet genoeg Joden sterven. Anderen maken alle mogelijke foto's. Vooral de schuur waarin overdag tientallen lijken liggen die 's nachts begraven zullen worden, is populair.' (blz. 173)

bron: Uit het boek 'Nazi-Duitsland en de Joden' (deel 1 & 2) door Saul Friedländer; Citaten uit deel 2: 'De jaren van vernietiging 1939-1945'; Oorspronkelijke titel: 'Nazi-Germany and the Jews' (2007); Vertaald door: Margreet de Boer (grootste deel) & Jacques Meerman; Nieuw Amsterdam / Lannoo; 2007