Ook kinderen hebben een lichaam - Kinderen leren omgaan met seksualiteit
Het stigmatiseren van minderjarige misbruikers is een modeverschijnsel geworden. De volwassenen die dit doen, gaan meestal voorbij aan de onschuldige aard van de meeste seksuele contacten tussen kinderen of hebben per se een zondebok nodig om hun eigen angsten te bezweren. Ze ervaren kinderseksualiteit als een bedreiging van hun machtspositie en van de gevestigde orde, of zien, vanuit hun bezitterige ouderliefde, in elke jonge Romeo een concurrent aan wie ze hun kleine Julia kunnen verliezen.
Is het jaloezie? Hebben we last van verdrongen schuldgevoelens? Zijn we bang dat relaties van deze aard de gevestigde orde verstoren? Hoe dan ook: de maatschappij komt ertegen in opstand, vindt het abnormaal en drijft de geliefden uit elkaar. Als het leeftijdsverschil tussen de partners groot is, wordt de oudste scherp veroordeeld. Van de wanhoop en de eenzaamheid van de betrokkenen trekt de maatschappij zich weinig aan, laat staan dat ze gedegen, warme alternatieven biedt. De weinige hulpverleners die zich ruimdenkend opstellen, staan voor een groot ethisch dilemma. Moeten zij de seksuele relatie, waarbij het leeftijdsverschil te groot is veroordelen omdat de maatschappij dat ook doet of begrip tonen voor elk specifiek geval? In het huidige klimaat van 'heksenjacht' om zo veel mogelijk 'daders' aan de schandpaal te nagelen, durft bijna niemand kleur te bekennen. Wat zou het trouwens baten? [...]
Christophe (9 jaar) laat zich benaderen door een 'lieve meneer' met wie hij vriendschap sluit. Zijn ouders hebben het heel druk en als hij op woensdagmiddag alleen thuis is, neemt hij zijn fiets om bij zijn kameraad op bezoek te gaan. Zijn ouders komen erachter, het huis is te klein, er wordt aangifte gedaan en voor straf wordt Christophe buiten de schooluren twee weken lang opgesloten in het rommelhok... Als hij enkele maanden nadien bij mij in therapie komt wegens slechte schoolresultaten, tekent hij een meneer met een klein jongetje, met kleren aan. Dan tekent hij bij allebei een penis in erectie. Ik breng zijn avontuur met de pedofiel ter sprake en hij vertelt dat hij het jammer vindt dat hij hem niet meer mag zien en dat hij 'het' best nog eens zou willen doen. We hebben het over de plezierige vriendschap. Ik ga verder in op zijn verlangen om 'het' nog eens te doen en vraag hem of hij wel eens aan mij heeft gedacht als mogelijke partner. Antwoord: 'Ja'. Door die mogelijkheid met hem te bespreken, merk ik hoe belangrijk het voor hem is om iemand te hebben die hem belangrijk vindt, en hoe gemakkelijk hij affectie en seksuele praktijken door elkaar haalt. Ik leg hem nog eens uit waarom ik het taboe op seksuele contacten tussen de generaties terecht vind. Ik neem me voor om in een volgend gesprek zijn relaties met leeftijdgenoten aan bod te laten komen en hem te vragen of hij anderen benadert om zijn al zeer aanwezige seksuele belangstelling uit te leven. [...]
Erger nog, de traditionele of verhulde hedendaagse onderdrukking van seksualiteit bij kinderen blijft schrijnend actueel. Weliswaar staan we tegenwoordig dikwijls toleranter dan vroeger tegenover het 'gewone' masturberen en de meest onschuldige seksuele spelletjes. Maar wanneer het kind een stapje verder gaat, wordt al gauw gezegd dat het rijp is voor de psychiater en de rechter. Om de kinderen ten slotte goed flink schrik aan te jagen, wordt er gedreigd met de boze wolf-pedofiel.
bron: Uit het boek 'Ook kinderen hebben een lichaam - Kinderen leren omgaan met seksualiteit' door Jean-Yves Hayez; Uitgeverij Lannoo nv, Tielt; Oorspronkelijke titel: La Sexualité des enfants; 2005