Pedofilie vanuit de optiek van de hulpverlener
Lex van Naerssen wil graag af van de term pedofilie, omdat het systeem vanwaaruit deze term geconstrueerd is hem niet bevalt. Ik kan daarin een aardig eind met hem meegaan. Ook ik denk dat kinderen veel seksueler zijn dan de goedgedresseerde volwassene zich nog wenst te herinneren. Wisten wij dat nog wel, dan zouden wij misschien ook niet zo'n moeite hebben om bij onszelf te constateren dat kinderen ons wel degelijk zeer kunnen aanspreken op het erotisch vlak. Dan zou er onderzoek gedaan kunnen worden waarin een representatieve groep pedofielen en een a-selekte controlegroep met elkaar vergeleken zou worden op genitale arousal als reactie op visuele stimuli, van pedofiele en niet-pedofiele aard.
De uitkomst zou heel goed kunnen zijn dat de twee groepen niet verschillend reageerden; dan hoeven die gevoelens niet meer zo nodig parafiel genoemd te worden. Als iedereen wist dat seksuele gevoelens voor kinderen niet per se pathologisch zijn, dan was de kans kleiner op een ego-dystone impulsdoorbraak, waarvan de motor later ontkend moet worden. Misschien maken wij het nog mee dat pedofilie uit de DSM geschrapt wordt, zoals in 1972 de homoseksualiteit. [...]
Binnen de ambulante geestelijke gezondheidszorg begint men geleidelijk te wennen aan het idee van opgelegde therapie (in het kader van een voorwaardelijke seponering cq. een voorwaardelijke straf). Ik ben benieuwd of er in Nederland therapeuten bereid zouden zijn om een pedofiel onvrijwillig in behandeling te nemen, met name als er in zijn contacten met minderjarigen geen geweld gespeeld heeft. Allemaal potentiële controversen.
bron: Artikel 'Pedofilie vanuit de optiek van de hulpverlener' door Jelto Drenth (arts-seksuoloog, medewerker Rutgers Stichting Groningen); Tijdschrift voor Seksuologie; 13: 101-106; 1989