Priesters, sex, jongens en meisjes

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

In de Nederlandse letteren hebben we lang geleden al voor de eerste keer te maken gehad met een onmiskenbaar pedofiele priester. Zijn naam is Guido Gezelle (1830-1899), een Vlaming, en hij is een van de grootste dichters van de negentiende eeuw. Als taal- en dichtkunstvernieuwer is hij van zeer groot belang en zijn liefdesgedichten voor jongens - meestal pubers - zijn wonderlijk mooi. [...]

In de Noord-Nederlandse letteren zijn er minstens twee pedofiele dichters van belang. Men moet zich bij dat 'pedofiel' niks naars of obsceens voorstellen, bijna altijd ging de bedoelde jongensliefde niet verder dan bewondering en een enkele streling. Toch gingen zelfs daar twee dichters een tijdje de gevangenis voor in. Het waren Willem de Mérode (eigenlijk Willem E. Keuning, 1887-1839) en Jan Hanlo (1912-1969). Beide heren moesten voor nagenoeg niks de cel in, maar het waren toen andere tijden. Daarnaast hielp het onsympathieke gedrag van beide dichters niet erg tijdens de rechtszittingen. In elk geval schreven beide dichters verzen die zeer de moeite waard zijn.

Een liefhebber van jonge meisjes (en meer!) was Gerrit Achterberg (1905-1962). Zijn leven, dat we nu bijna helemaal kennen door de fantastische biografie van Wim Hazeu. Gerrit Achterberg. Een biografie (1988) is meeslepend, tragisch en bijna niet te bevatten. Achterberg leidde een bizar bestaan, pleegde enkele moordaanslagen, vermoordde één vrouw en verwondde een jong meisje bijna fataal. Hij ging daarvoor nooit de gevangenis in, maar zat vele jaren in psychiatrische inrichtingen.

bron: Boudewijn Büch in 'Priesters, sex, jongens en meisjes'; rtl.nl-website; 10 augustus 2003