Richtlijnen voor behandeling

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Kinderen krijgen, zeker van de pleger, vaak de schuld van het hen aangedane seksueel misbruik; daarnaast geven ze ook zichzelf vaak de schuld van het misbruik. Door zelf de feiten en waarden van goed en kwaad om te keren, onderdrukt het kind gevoelens van kwaadheid, gekwetstheid, angst en machteloosheid. Ook dit is een overlevingsmechanisme, nu gericht op bescherming tegen de bedreigende gevoelens en innerlijke conflicten. Voordat een kind deze onderdrukte gevoelens bij zichzelf kan toestaan, moet het geholpen worden op een andere manier naar de gebeurtenissen te kijken. Dit betreft met name haar/zijn eigen rol en positie in het misbruik. Dit proces is een vorm van cognitieve herstructurering.

bron: Uit het boek 'Praktische richtlijnen voor de hulpverlening bij seksueel misbruik van kinderen' door Karin Eeland & Heleen Woelinga; Hoofdstuk 'Richtlijnen voor behandeling'; VU Uitgeverij Amsterdam; 1991