Stukjes en beetjes
Alles goed en wel, maar wat moet ik met mijn privé moraaltje, gevormd in Leeuwarden, Amsterdam en Oude Pekela, als ik het blad OK lees, 'Info-magazine over ouderen-kinderen-relaties' (Postbus [oud postadres])? Hele wijze beschouwingen staan erin, van liberale en verstandige mensen, maar wat moet je met een vele pagina's omvattende verhandeling over het onderwerp Badende Jongens - in de beeldende kunst, de literatuur en de poëzie, en dat ook nog eens door alle eeuwen heen? 'Lucht van natte jongens. Smal. Terlenka om de heupjes. Kleurig.' En: 'Reeds toen groeide mijn ontzag voor de duurzaamheid van jongensbillen.'
Likkebaardend, dat is het woord, meer is het niet. Maar wat te vinden van een andere beschouwing, over de pedo-historie in Japan, waarin de schrijver [Edward Brongersma] met kennelijk genoegen een uitgebreide handleiding citeert om een jongenskontje op te rekken - eerst met de pink, dan met de middelvinger, enzovoort? Is er een Heleen Dupuis in de zaal? Of een verstandige liberaal?
bron: Uit de rubriek 'Stukjes en beetjes' door Geert Mak; NRC; 4 juli 1987