Vijftig jaar strijd om porno

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

De vrijheid van meningsuiting is voor Nederland een groot goed. Al eeuwen lang. Het staat ook in de grondwet, Artikel 7: "Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren..." Maar dan komt er meteen het verraderlijke: "... behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet." En in die wet staat sinds 1886 dat het strafbaar is om "een voor de eerbaarheid aanstotelijke afbeelding" te verspreiden. [...]

In 1910 ondertekent Nederland een internationaal verdrag, om de verspreiding van 'ontuchtige uitgaven' te beteugelen. Een jaar later wordt het betreffende artikel 240 in het Wetboek van Strafrecht aangescherpt en komt er het verbod op "enig geschrift, afbeelding of voorwerp aanstotelijk voor de eerbaarheid." Je mag dat niet verspreiden, niet tentoonstellen, niet "aanslaan," niet in-, door- of uitvoeren, en niet in voorraad hebben. Het heeft me altijd verbaasd dat de vrijheid van meningsuiting, waar we in ons land zo hoog van opgaven, niet gold voor uitingen van seksualiteit. Maar de Staat voelde zich zedenmeester en had te waken over ons zedelijk heil. Verder kwamen er in 1911 nieuwe bepalingen bij: ter bescherming van jeugdigen onder de 18 jaar, en tegen het aanbieden van 'aanstotelijke' zaken, zoals "middelen ter voorkoming van zwangerschap." Het aanbieden van condooms werd strafbaar en dat zou tot 1969 zo blijven! [...]

Maar in 1966, ruim tien jaar na Bob en Daphne [boek van Han B. Aalberse], wordt de strijd tegen de beknotting van 'ontuchtige teksten' wel breed aangebonden door de NVSH, die inmiddels een eigen uitgeverij begonnen is. Onder de naam Alpha-boeken wordt een groot aantal uitgaven verzorgd. [...] De grote stap wordt gezet met het boek Is pornografie schadelijk? van Annakarin Svedberg, dat in Denemarken veel beroering had veroorzaakt. In dat boek worden 'echte' porno-teksten afgewisseld met beschouwingen. Het wordt in het Nederlands vertaald en ook uitgegeven door Alpha. Na vier dagen ongekend grote verkoop neemt Justitie het boek op 31 plaatsen in ons land in beslag. Tegen de Stichting Uitgeverij NVSH wordt een proces aangespannen, wegens het in voorraad hebben en verspreiden van een boek dat "aanstotelijk voor de eerbaarheid" was. De rechtbank constateert dat er "uitvoerige erotisch geladen beschrijvingen van geslachtsgemeenschap tussen mannen en vrouwen instaan, soms met een pervers of sadistisch karakter." Straf: f 550,- boete of 50 dagen zitten voor de secretaris van de NVSH-uitgeverij. [...]

De NVSH gaat tegen de veroordeling in beroep. Het Gerechtshof komt met een mildere straf: f 100,- of 10 dagen hechtenis. Uiteraard - het is een principezaak - gaat de NVSH in cassatie bij de Hoge Raad. Daarbij wijst de NVSH-advocaat op het feit dat het boek géén illustraties bevat en dat juist "plaatjes" zich aan de waarnemer "opdringend" werden gezien. Maar de Hoge Raad verwerpt het beroep.

bron: Artikel 'Vijftig jaar strijd om porno' door Philip den Bouwmeester [pseudoniem van Frits Wafelbakker]; De Nieuwe Sekstant; juli/augustus 1996