Vreemd proefschrift over: homofilie

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Kortgeleden verscheen het proefschrift waarop G. J. M. van den Aardweg aan de Amsterdamse gemeente universiteit promoveerde: Homofilie, neurose en dwangzelfbeklag, uitgegeven door Polak en Van Gennep te Amsterdam. Deze dissertatie lokte direct de felste reacties uit. Onze medewerker Mr. F. E. Frenkel betoogt in bijgaand artikel 'dat de waarde van het boek omgekeerd evenredig is aan zijn pretentie': een duidelijk afwijzend oordeel. [...]

Knapenliefde

Interessante gegevens over de systematiek van Van den Aardweg leveren ook de opmerkingen over de pedofilie (de gerichtheid op jonge knapen). Op p. 93 de bevindingen van Freud en Giese, dat 45 pct. gefixeerd zou zijn op partners van 12-20 jaar (3 pct. op partners beneden 12 jaar). Hetgeen dan impliceert, volgens de schrijver, dat 'de meeste homofielen geen gevaar opleveren voor kinderen of jonge jongens'. De meesten nou ja, 52 pct. - en dan komt er de in dit verband helemaal onduidelijke opmerking bij dat [']enkele auteurs nogal eens een uitzondering op deze regel constateerden.' Nu sluiten 'nogal eens' en 'uitzondering' elkaar uit, maar als bedoeld is, dat zelfs de niet op jeugdigen gerichten dan 'nogal eens' een steek laten vallen, zouden tenslotte wél de meesten (48 pct. plus de nogaleense uitzonderingen) een gevaar opleveren. Hoewel het weer niet helemaal duidelijk is wat voor gevaar, omdat op p. 70-71 de verleiding als oorzakelijke factor van homoseksualiteit onbelangrijk geacht werd. Zijn 12-20 jarigen dan bij V. d. A. geen jonge jongens misschien? P. 105 leert ons anders: voor pedofilie (knapenliefde) wordt de partner-leeftijdsgrens op 17 jaar gesteld. Op deze leeftijdsgrens is 30 pct. homofielen als pedofiel aan te merken. Er is ook heteroseksuele pedofilie. Op pedofiel gebied worden meer heteroseksuele dan homoseksuele handelingen gepleegd. aangezien niet vermeld wordt dat homo-pedofielen zich onthoudener gedragen, zijn er dus meer hetero-pedofielen. Helaas horen wij niet, hoeveel meer. een hoog percentage pedofielen bij homofielen is immers aannemelijk voor de stelling dat homofilie een gefixeerd puberteitsbeleven is. Van den Aardweg weet hoe hoog het percentage hetero-pedofielen is - het zijn er immer méér - maar hij onthoudt het de lezer. Zou het te hoog zijn om de net genoemde stelling nog onverlet te laten?

Zekerheidshalve voor mijn lezers: Deze pedofielenpassage is door mij niet ernstig bedoeld. ik wilde er alleen mee duidelijk maken tot welke consequenties men kan komen als men deze studie ernstig zou nemen en zelf zou gaan interpreteren in plaats van ademloos de auteur te volgen in diens naar strikt eigen spelregels gemaakte sprongen door het materiaal. [...]

De verraderlijkste en wezenlijke gedachtenfout van de auteur vindt neb in een door hem toegestaan interview. Daarin zegt hij niet 'het [homofilie] is een ziekte en zij kunnen genezen', maar 'en zij moeten genezen'.

bron: Artikel 'Vreemd proefschrift over: homofilie' door Mr. F.E. Frenkel; Verstandig Ouderschap, nummer 3; maart 1967