Vrijen - Was will das Kind?!
Door: Ruud Koolen
Er valt een brief in de bus: 'Nationaal jongeren-onderzoek opvoeding, seksualiteit en jeugdervaringen' staat er in vette rode letters boven. Aáh, daar heb je ze weer, denk je. 'We vragen twee uur van je tijd. Het gaat erom een volledig beeld te krijgen van wat alle jongeren vinden. (...) Want hoe meer jongeren er mee werken, hoe betrouwbaarder de resultaten van het onderzoek worden.' Afzender: Rijksuniversiteit Utrecht. Wat gebeurt er toch allemaal met de antwoorden? Dienen ze alleen voor de promotie en loopbaan van een hooggeleerde wetenschapper? Of hebben jongeren er zelf ook wat aan?
"Een moeder die echt van me houdt"
|
Het 'Instituut voor klinische psychologie en persoonlijkheidsleer', dat verantwoordelijk is voor het onderzoek, is in hartje Utrecht gevestigd. Trans 4, een gebouw met een doolhof van gangen en trappen. Versleten vloerbedekking, loszittende trapleuningen en gescheurde muren geven aan dat het pand aan een opknapbeurt toe is. Boven elke deur een interessant rood lampje, al of niet brandend. Dat betekent niet storen. En niet, zoals een hoogleraar ooit grapte, dat de betreffende medewerker zit te masturberen. Op een zolderkamertje aan de achterzijde treffen wij De Wetenschapper aan. Geen stoffige heer in driedelig grijs, maar een frisse dertiger, die zelf ook net jong is geweest. In helblauwe koffertjes zitten de vragenformulieren opgeborgen. Slechts de sticker 'Theo Sandfort komt naar je toe' (drs. Th.G.M. staat zo ouwelijk) ontbreekt. Een ploeg getrainde psychologen trekt met die blauwe koffertjes de boer op. Nog vóór het eind van dit jaar willen ze hebben gesproken met 400 jongens en meisjes van 18 tot en met 22 jaar. Van alles komt daarbij aan de orde: de gezinssituatie, milieu, beroepen van de ouders, het naadje van je kous, je religie.
"Hij heeft me veel meegegeven..."
|
De ervaringen die jongeren tot hun zestiende hebben gehad met seksualiteit vormen de hoofdmoot. Centrale vraag: hoe leren jongeren met seksualiteit omgaan? Jongens en meisjes die vóór hun zestiende geen seksuele kontakten hebben gehad, of alleen met leeftijdgenoten, hebben ze al gesproken. Nu is Sandfort vooral nog op zoek naar 18- tot en met 22-jarigen, die nog voordat ze mochten brommerrijden seksueel kontakt hebben gehad met een volwassene. Binnen of buiten het eigen gezin.
Drie jaar leuren heeft het deze onderzoeker gekost, voordat hij eindelijk met zijn onderzoek kon beginnen. "Als ik het 'onderzoek naar seksueel misbruik van minderjarigen' had genoemd, had ik waarschijnlijk zó geld kunnen krijgen. Maar dat wilde ik niet. Natuurlijk bestaat er misbruik. Maar ondanks alle verhalen, bijvoorbeeld over gedwongen incest, moeten we niet vergeten, dat véél jongeren op een andere manier met seksualiteit leren omgaan."
Van ambtenaren, aan wie hij vertelde dat hij slechte maar ook goeie ervaringen van jongeren met volwassenen wilde verzamelen, kreeg hij te horen: dan ben je vóór pedofilie. Dat is onzin, volgens Sandfort. Hij weigert alleen maar om bevooroordeeld te luisteren naar wat jongens en meisjes zelf te zeggen hebben. "Wij zeggen niet: dit is goed of slecht. Véél volwassenen en zogenaamde deskundigen doen dat wel. Die mensen denken zeker te weten dat jongeren van tegenwoordig zo losbandig zijn." Het kan ook anders gaan uitpakken: "Op een bepaalde manier kan dit onderzoek een tijdbom worden. Bij veel ouderen bestaat een grote angst voor jeugdseksualiteit. Die bestaat niet, zeggen ze. Maar terwijl het onderzoek nog lang niet is afgesloten, blijkt nu al uit de gevoerde gesprekken, dat er honderdenéén manieren zijn waarop jongeren met seks in aanraking komen."
"Daarna kreeg ik een ijsje..."
|
Op een tafeltje ligt een stapel van ruim honderd bruinige enveloppen. Sandfort heeft bij het doorlezen van de formulieren al met zijn ogen zitten klapperen. "Er waren jongeren bij, die het woord 'seksualiteit' niet kennen. En vaak speelt religie een grote rol. Dat had ik niet verwacht. Eén jongen voelt zich schuldig als hij masturbeert, omdat hij dan de vrouw van zijn naaste begeert. En nog een voorbeeld: in een klein dorpje hebben twee meisjes een relatie. Zij mogen niets laten merken, alles moet stiekem."
Ook valt op, dat jongeren zich op seksueel gebied vaak anders gedragen dan ze eigenlijk het liefst zouden willen. "Eén jongen vertelde heel ruig dat hij weer een té gekke meid had geneukt. Pa zat erbij en merkte op dat hij de volgende wél eerst wilde 'keuren'. Heel seksistisch eigenlijk. Later bleek, dat die jongen eigenlijk liever met jongens zou willen vrijen. Maar van een homo-disko in zijn stad had hij nog nooit gehoord. De interviewer heeft hem het adres van het COC gegeven."
De helft van het onderzoek wordt betaald door het ministerie van justitie. Wat moeten die in godsnaam met gegevens over het seksuele leven van jongeren, zou je kunnen denken. Maar als je er even langer over praat: véél van wat jongeren meemaken op seksueel gebied valt onder het strafrecht. Officieel zijn alle seksuele kontakten tussen volwassenen en kinderen beneden de zestien vis de wet verboden. Nog sterker, eigenlijk is álle seks voor jongeren onder de zestien verboden. Er wordt geen verschil gemaakt tussen een misschien prettige relatie of misbruik. Het onderzoek kan ook duidelijk maken hoe jongeren verhoren door de politie hebben beleefd. En misschien moet in de toekomst wel de wetgeving veranderen. Waarom zouden jongeren niet mogen vrijen, als ze dat zelf fijn vinden?
Voor wetenschappelijk onderzoek moet je zitvlees hebben. In 1987 komt het proefschrift uit. Deelnemers(sters) krijgen er een samenvatting van. Ook maakt Sandfort een populaire versie voor volwassenen. Zône 3 heeft hem de belofte ontfutseld, dat hij óók nog een boekje voor jongeren maakt.
Als je seksuele kontakten hebt gehad met volwassenen en wil je meedoen aan het onderzoek, kun je een kaartje zonder postzegel sturen naar Antwoordnummer [edit adres], of op maandagmiddag tussen vier en zes bellen: [edit telefoonnummer].
bron: Artikel 'Vrijen - Was will das Kind?!' door Ruud Koolen; Zône 3, nr. 12; juni 1985