Wat ik het liefste zou doen dat mag niet
Wat ik het liefste zou doen dat mag niet. Nee, want dan zou ik ze beschadigen geestelijk misschien lichamelijk en dat wil ik niet. Dat wil ik niet. Dat is het laatste wat ik wil, want ik vind ze juist zo lief. Ik vind ze zo lief. Het laatste wat ik wil is ze op wat voor manier dan ook... pijn doen... maar ik wil wel dingen met ze doen. Heel graag. Heel erg graag. Ik wil heel erg graag SEKS met meisjes van acht. Ik denk daar de hele dag aan en dat zit in mijn hoofd: 's ochtends, 's middag, 's avonds, 's nachts en dat gaat maar door en mijn fantasieën worden steeds heviger en heter en ik kan daar niet aan ontsnappen. Ik kan er niet aan ontsnappen. Het enige wat ik kan doen is even masturberen dan is het een half uurtje weg, maar dan komt het erna net zo erg weer terug en ik word er gek van. Ik word er gek van en het is net... alsof die kinderen... dat ruiken.
Loop ik gewoon over straat. Ik ben alleen ik val niemand lastig, hoor ik in een keer zo'n stemmetje achter me menééééér, menééééér kunt u mijn schoentje strikken en dan ga ik door de knieën. En dan zit ik daar met een KEIHARDE lul dat schoentje te strikken. En dan zie ik dat beentje en dat knietje en dat is allemaal zo jong en zo zacht en zo lief en zo eerlijk en zo zuiver en zo... onschuldig en zo rein en dan wil ik het zo graag auh... dan wil ik dat... dan wil ik dat dan alleen maar even auh... maar ik doe het niet hè ik doe het niet. Ik heb het nog nooit gedaan. Ik zal het ook nooit doen, maar ik word er wel gek van.
Een andere keer loop ik gewoon rustig over straat menééééééér kunt u mij over het hekje tillen en dan pak ik dat meisje zo bij die kwk... taille en dan voel ik zo dat jurkje en die ribbetjes en dan ruik ik dat haar en dan til ik d'r zo over dat hek. Ah men... en weet je wat dat betreft is het ook zoveel beter dat ik niet meer in het onderwijs zit. Nee, maar dat is dan de kat op het spek binden dan maak ik het nog moeilijker voor mezelf dan het al is en het is al zo moeilijk. Het is zo moeilijk.
Laatst moest ik babysitten bij mijn broer. Ik zit in de badkamer, ik zit in bad. Komt zijn dochtertje van zeven komt die badkamer oplopen. "Ik wil ook in bad." Snap je en het eerste waar ik dan aan denk is 'jajajajajaja', maar dat zeg ik niet. Dat zeg ik niet. "Nee je moet wachten tot ik uit bad ben en dan mag jij in bad." - "Nee, ik wil met jou in bad." - "Niet zeuren, kom op, ga van de badkamer af, ga naar je kamer, ga naar je kamer." Ik stuur dat kind weg. Ik wijs dat kind af en dan denk ik wel eens en dan twijfel ik. Is dat goed. Doe ik er goed aan. Krijgt dat kind daar geen trauma aan over en dan denk ik soms even hypothetisch. Hypothetisch hè. Stel nou: zij komt wel bij mij in bad en wij zitten samen in bad in het warme water. Zij is naakt. Ik ben naakt en ik zit daar met een keiharde lul. Ja ga daar maar van uit hoor en dat meisje kent dat niet. Dat meisje is nieuwsgierig en stel dan ja dat ja dat ze hem gewoon even zo... zo... ja zo... zo... pakt zo... en dat ze dan misschien gewoon heel even misschien zo... ja nou als ze daar een trauma aan overhoudt. En ik weet dat ik het niet kan en ik ben ook niet van plan om te gaan wrikken en alles onder en daar gaat het mij niet om. En als ik alleen maar even en het is toch niet, waarom kan ik niet en het is en ik kan nooit en ik kan nooit. Ik kan kmh... ik kan nooit eens.
Ik moet en het is niet eerlijk, waarom ik kwhauf... bedoel ze ze meten gewoon met twee maten in Nederland. Dat is toch zo. Ik bedoel Rembrandt maakt een schilderij: De Nachtwacht. Vinden we allemaal mooi. Vinden we allemaal prachtig. Vinden we geweldig. Een meesterwerk. Onbetaalbaar. Oh wat mooi... dat komt in het Rijksmuseum te hangen. Gaan we allemaal naar kijken. Vinden we allemaal mooi, maar dan heb je seks met een achtjarig kind. Oh en dan is het in een keer van eh neuhneuhneuhneuh...
Ik wil dit niet willen. Daar heb ik toch niks over te zeggen een Duitse filosoof heeft eens gezegd: de mens heeft de keuze om al dan niet te doen wat ie wil. Daarin is ie vrij. Hij kan wel of niet doen wat ie wil daarin heeft ie keuze, maar een mens kan niet willen wat ie wil. Jaah. Ik voel mij alsof ik al dagen door een woestijn loop en om mij heen staan allemaal kleine glaasjes ijskoud water, maar daar mag ik niet van drinken. Ja ik heb het nog nooit gedaan. Ik ik zal het ook nooit doen ik ik ik beheers me ik ik hou me in ik druk het weg en ik verkramp dus ik krijg straks kanker en dan ga ik dood en dat was mijn leven. Dus ze moeten mij niet aan me kop zeiken over mensen die het moeilijk hebben daar, mensen die het moeilijk hebben daar als je je zo voelt.
Een tijdje terug zat ik een documentaire te kijken over een oorlog ergens in Joegoslavië of weet ik waar. Ik zit er naar te kijken en de hele shit komt voorbij: etnische zuiveringen, moord, verkrachting, honger, vluchtelingen de hele shit. Ik zit ernaar te kijken en ik denk: mhm errug, goh errug, tja wat errug zeg, goh dat is errug en ik vond het ook wel erg. Weet je. Ergens vond ik het ook wel erg, maar een half uur daarna wilde ik een boterham smeren en de boter was op. Phn... nou dat vond ik een stuk erger hoor.
bron: Hans Teeuwen; Uit zijn theaterprogramma 'Trui'; Theaterprogramma 1999-2000