Wetsvoorstel kinderporno raakt te veel aan familiesfeer
Beelddragers van kinderen dienen daarom alleen strafbaar te zijn als daarop handelingen worden afgebeeld die in andere artikelen van het Wetboek van Strafrecht strafbaar gesteld zijn. Tekeningen, etsen, schilderijen, sculpturen, foto's en video's van louter blote kinderen, al dan niet in een uitdagende houding, of met geprononceerde genitalia, borstje, of billen, dienen buiten de werking van het strafrecht te blijven. Dit geldt ook voor afbeeldingen van kinderen met een erectie of kinderen die zich zelf bevredigen. Seksuele handelingen tussen kinderen onderling zijn alleen als seksueel misbruik op te vatten als er sprake is van dwang of geweld, dan wel van een aanmerkelijk verschil in leeftijd tussen de betrokken kinderen (vijf jaar), en als een van de kinderen jonger is dan twaalf jaar.
Opnamen van seksuele handelingen tussen kinderen en volwassenen dienen allereerst naar de leeftijd van het kind beoordeeld te worden. Bij een kind jonger dan twaalf jaar is altijd sprake van seksueel misbruik. Bij jeugdigen die kennelijk ouder dan twaalf jaar zijn, gaat het om de vraag of de jeugdige ermee instemt. Bij het ontbreken van instemming en bij opnamen met zichtbaar geweld is er ook sprake van seksueel misbruik. De Amsterdamse politie toonde ons opnamen van seksuele handelingen met kinderen waarbij duidelijk sprake was van geweld of bedwelming. Hier is sprake van ernstig seksueel misbruik. Voor dit soort opnamen is art. 240b eigenlijk bedoeld.
Voor de vervaardiging, verspreiding of openlijke tentoonstelling van dit soort opnamen is een verhoging van de strafmaat wel zinnig. De toevoeging dat het 'in voorraad hebben' strafbaar wordt, ook als dat niet is met het oogmerk om te verspreiden of tentoon te stellen, laat inmenging van het openbaar gezag in de privésfeer toe. De Raad van State vroeg zich terecht af of dat wel te verenigen valt met artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), waarbij een ieder recht heeft op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. Wij vinden dat het voorstel van Hirsch Ballin [CDA] op dit punt het proportionaliteitsbeginsel uit het oog heeft verloren.
bron: Artikel 'Wetsvoorstel kinderporno raakt te veel aan familiesfeer' door Frits Wafelbakker (jeugdarts en sociaal-seksuoloog) & Cees Straver (sociaal-seksuoloog en jurist), beiden zijn adviseur bij het Nederlands Instituut voor Sociaal en Sexuologisch Onderzoek (NISSO); NRC Handelsblad; 7 september 1994