Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

[FVD:]

We zouden in dat licht een "antidemocratische organisatie" kunnen omschrijven als een organisatie die gebruik maakt van het democratisch systeem om op de langere termijn de democratie af te schaffen. De voorbeelden die in de discussie tussen de minister en de Tweede Kamerleden zijn besproken beantwoorden niet aan die omschrijving. Pedofielen hebben niet de ambitie om de democratie af te schaffen. De genoemde vereniging Martijn heeft zonder twijfel een doelstelling die als onzedelijk kan worden beschouwd (in strijd met de "goede zeden", zoals SGP-Kamerlid Bisschop terecht opmerkt op pagina 36 van het verslag van een wetgevingsoverleg), maar met het ondermijnen van democratie heeft dit zo goed als niets van doen. [...] Zijn we misschien op het verkeerde been gezet door de considerans? Daarin wordt gesproken van de ambitie "de democratische rechtsstaat weerbaarder te maken tegen radicale antidemocratische krachten". Maar blijkens de uitwerking van het wetsvoorstel is dat helemaal niet het onderwerp. [...] Het rapport van de commissie Rog is hier hoogst relevant en daar zou de aandacht naar uit moeten gaan en niet naar outlaw motorgangs, pedofielenverenigingen, gewelddadige dierenrechtenactivisten en andere groepen die soms zeer asociale, onwettige, ondermijnende en anderszins verwerpelijke acties beramen. Maar geen antidemocratische. [...] Maar pedofielenverenigingen, motorgangs en dierenrechtenactivisten vormen - hoewel onwettig en immoreel - geen "antidemocratische krachten". [...] De heer Van Wijngaarden (VVD) spreekt steun uit voor de wet met de volgende woorden: "In onze weerbare democratie moet geen ruimte zijn voor groeperingen die diezelfde democratie willen misbruiken om die omver te werpen en af te schaffen (...)". Dat is op zichzelf een goede formulering van het concept weerbare democratie. Helaas kan men alleen niet zeggen dat de wetstekst die nu wordt voorgesteld in wetsvoorstel 35 366 toegesneden lijkt te zijn op dat probleem. [...] Naar het oordeel van de leden van de FVD-fractie verdwijnt die problematiek uit beeld wanneer teveel wordt ingezoomd op pedofielenverenigingen en andere op zichzelf laakbare organisaties.

[PvdA:]

De leden van de PvdA-fractie vragen welke interventies het OM heeft als een politieke partij, bij voorbeeld in haar verkiezingsprogramma, structureel uiting geeft van strijd met de openbare orde als bedoeld in artikel 2:20 BW? Welke mogelijkheden bestaan er om schijnconstructies tegen te gaan als organisaties ter voorkoming van een verbod feitelijk (ook) trachten deel te nemen aan het democratisch proces? En andersom: welke mogelijkheden bestaan er voor organisaties om via louter democratische weg te willen legaliseren wat thans verboden is (denk aan pedofilie of harddrugs)?

bron: 'Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen'; Eerste Kamer der Staten-Generaal; zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-958571; Eerste Kamer der Staten-Generaal; Datum publicatie: 3 december 2020