Zedendelinquenten - Verscheidenheid van daders en recidivepatronen

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

Sadistische verkrachtingen komen naar verhouding sporadisch voor en zedendelinquenten die opgewonden raken van sadistische handelingen vormen dan ook een zeer kleine groep. Bij seksueel sadisme moeten we onderscheid maken tussen seksuele voorkeur en seksueel gedrag. Er zijn redenen om aan te nemen dat het aantal mannen dat seksueel opgewonden raakt van het pijnigen en vernederen van een ander mens groter is dan het aantal sadistische zedendelinquenten. [...]

Voor pedoseksuele misdrijven geldt hetzelfde als voor seksueel sadisme: we moeten differentiëren tussen seksuele voorkeur en seksueel gedrag. Verder vormen de daders van pedoseksuele misdrijven een uitgesproken heterogene groep. Belangrijk is dat niet alle pedoseksuelen (<16) een pedofiele geaardheid hebben. Een deel van hen valt op jongeren met postpubertaire geslachtskenmerken. Deze laatste voorkeur behoeft niet te leiden tot het plegen van zedenmisdrijven.

bron: Artikel 'Zedendelinquenten - Verscheidenheid van daders en recidivepatronen' door mr. drs. P. van den Eshof (senior onderzoeker en programma coördinator 'Moord en Zeden' van de divisie CRI te Zoetermeer); Justitiële verkenningen, jrg. 24. nr. 6; 1998