Zijn we dan niet altijd al modern geweest?
Het kan snel gaan. In de jaren negentig nog een heet politiek hangijzer, nu de trots van onze joods-christelijk-humanistische traditie: het homohuwelijk. Natuurlijk is die vooruitgang mooi en moeten we haar koesteren. Maar met net doen alsof we in Nederland al sinds de gebroeders De Witt voor homo- en vrouwenrechten opkomen, wordt de strijd van de afgelopen decennia miskend, en het debat over de integratie en emancipatie van (islamitische) minderheden bemoeilijkt. [...]
Neem het CDA. Voelt deze partij zich thuis bij gelijkheid van mannen en vrouwen, of van homo's en hetero's? Pas heel recent heeft de partij - stilletjes - het verzet tegen de wet gelijke behandeling opgegeven en nog steeds zullen er in het CDA tegenstanders van het homohuwelijk te vinden zijn. Toen de wet tot openstelling van het burgerlijk huwelijk voor mensen van hetzelfde geslacht in het parlement werd behandeld, stemden alleen de homoseksuele CDA-Kamerleden voor (d'Ancona 2015). Nog leerzamer is de opstelling van de VVD. Toen twintig jaar geleden een D66-motie in stemming kwam om onderzoek te doen naar de mogelijkheid van openstelling van het burgerlijk huwelijk voor mensen van hetzelfde geslacht stemde de helft van de VVD-fractie daar tegen! Dit gebeurde nota bene onder aanvoering van de toenmalige fractievoorzitter, Frits Bolkestein, de zelf-geproclameerde belichaming van de Verlichting (Kamerhandelingen 1995 / 1996). Andere partijen verhouden zich nog moeilijker tot gelijke behandeling op basis van gender en seksuele voorkeur. Zo wist de CU zich bij de laatste verkiezingen geen raad met een openlijk homoseksuele kandidaat. En wat te denken van de SGP, de meest Oranjegezinde partij van Nederland, die het liefst zou volharden in de weigering om vrouwen op de kieslijst toe te laten? Laten we zeggen dat het aan alle kanten hard schuurt en wringt, dat alle Nederlandse politieke partijen de afgelopen vijftig jaar een enorm emancipatieproces hebben doorgemaakt, en dat sommige daar nog midden in zitten. [...]
De PVV tamboereert misschien nog wel het hardste op genoemde drie kenmerken, maar (of: want) haar worsteling is tegelijkertijd het grootst. Kijken we bijvoorbeeld naar de homovriendelijkheid van PVV-stemmers dan valt op dat deze het laagst is van alle niet-religieuze partijen (Kuyper & Keuzenkamp 2013). Bij precieze analyse blijkt dat de achterban van Wilders qua emancipatiegezindheid sterk lijkt op laagopgeleide Nederlands-Marokkanen. Niet heel vooruitstrevend dus. Waar Wilders het doet voorkomen of er werelden van verschil zijn tussen Henk en Ingrid enerzijds en 'moslims' dan wel 'Marokkanen' anderzijds, lijken beide groepen juist sterk op elkaar: zowel PVV-stemmers als de laagopgeleiden onder de Nederlands-Marokkanen voelen zich vaak miskend, niet gezien door de politiek; ze wonen in de 'slechtere wijken'; en ze hebben traditionelere opvattingen.
bron: Essay 'Zijn we dan niet altijd al modern geweest? - Over collectief geheugenverlies in Nederland en de overwinning van de jaren zestig' door Jan Willem Duyvendak (Faculteitshoogleraar sociologie aan de UvA en in 2016 fellow aan het Paris Institute for Advanced Study); www.jwduyvendak.nl/wp-content/uploads/2016/03/Zijn-we-dan-niet-altijd-al-modern-geweest.pdf; S & D (uitgave Wiardi Beckman Stichting) (Tevens verschenen in De Groene van 10 maart 2016); Jaargang 73, Nummer 1; februari 2016