Pedo-politiek

From Brongersma
Revision as of 17:22, 23 March 2014 by Admin (talk | contribs)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search

Door: Bob van Schijndel

Diverse gemeenten en provincies hebben inmiddels beleid ontwikkeld gericht op bevordering van homo-emancipatie en bestrijding van homo-diskriminatie. Politici en ambtenaren die persoonlijke en politieke weerzin tegen deze doelstelling hebben vormen een steeds kleiner wordende groep. Deze ontwikkeling hangt samen met een algemeen groeiende tolerantie t.a.v. de homoseksuele of lesbische leefstijl. Blijkens een onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau antwoordde in 1968 36% van de ondervraagden met 'neen' op de stelling dat men homoseksuelen zoveel mogelijk vrij moet laten om te leven op hun eigen manier, terwijl dat percentage in 1988 is afgenomen tot 6%. Mij zijn geen onderzoeken bekend naar de tolerantie t.a.v. pedoseksualiteit, maar de uitslag laat zich raden. Het percentage dat pedoseksualiteit als een aanvaarde seksuele/relationele variant beschouwt zal dichter bij de 0 dan bij de 100 liggen. Geen ambtenaar of politicus zal zich dan ook gauw als voorvechter van pedo-emancipatie opwerpen. Het kost je de politieke kop.

Zijn er in het huidige tijdsgewricht dan geen politieke mogelijkheden voor pedo-emancipatie? Ik denk dat verlaging van de leeftijdsgrens voor legaal seksueel kontakt zo'n mogelijkheid is. Het is dan ook juist dat de pedobeweging zich hierop heeft gericht en enig succes behaalde. (Misschien is afschaffing van de zedelijkheidswetgeving op termijn haalbaar). Weliswaar ligt een terugslag onder invloed van gelijkschakeling van Europese wet- en regelgeving op de loer, maar toch zitten we nu op 12 jaar met de nodige 'mitsen'.

Wat zo langzamerhand ook maar eens uitgeprobeerd moet worden is overheidssteun in de vorm van subsidie voor pedo-emancipatiegroepen.

Een ander aktueel strijdpunt zal m.i. dienen te zijn: uitbreiding van de anti-diskriminatiewetgeving met pedo-seksuele voorkeur. Samen met de homo-beweging moet pressie op de Tweede Kamer uitgeoefend worden om de beperking in het Wetsontwerp Gelijke Behandeling tot homoseksuele voorkeur te vervangen door seksuele voorkeur. Het zal een klus worden want zelfs de PvdA is nog niet om.

Op lokaal niveau zou enig humaner optreden van (zeden)politie en andere semi-ordehandhavers, als toezichthouders in zwembaden, een aktie-doel kunnen zijn. Hier en daar heeft de pedobeweging hiermee al een begin gemaakt.

Terwijl ik dit allemaal opschrijf besef ik wat een klus het politieke emancipatie-werk van de pedo-beweging is. Met relatief weinig mensen dwars tegen de heersende pedo-fobie in. Er is dringend behoefte aan sterke bondgenoten, maar verder dan de homobeweging en de NVSH zijn we nog niet.

Tenslotte een 'wijze' les: strijd is dan slechts vol te houden als die gekombineerd is met de pleziertjes van het (pedo)leven.

bron: Ingezonden brief 'PEDO-POLITIEK' door Bob van Schijndel (GroenLinks); OK Magazine, nummer 30; april 1991