Pedoseksuelen en de homostrijd
Hoe anders verklaren dat men bij het opzetten van de Roze 90-dag op 5 mei de pedo's zo flagrant heeft genegeerd? "Ze hadden zich toch kunnen aanmelden, we zouden hen met open armen hebben ontvangen", zei iemand van het organiserend komitee toen ik een opmerking in die zin maakte. Ik vrees echter dat op dit moment de realiteit zo is dat pedo's zich nergens uit zichzelf durven aanmelden. [...]
De homo's moeten tegenover de pedo's dringend terug hun rol van grote broer opnemen. Nu we toch de periode van de grote eenmaking kennen is het een kleine moeite om daar de schaarse overgebleven "militante" pedo's bij te betrekken. We kunnen ons trouwens, als feitelijk belachelijk kleine groep, nauwelijks de luxe permitteren om wie zich bij het front wil aansluiten te weigeren. En de pedobeweging zou uit de afgelopen tien jaar de konklusie kunnen trekken dat ze voorlopig nog te klein zijn om zelf zonder steun hun belangen te verdedigen. We zijn allemaal gebaat bij een samensmelten, het zou dus allemaal zo simpel kunnen zijn. Dat zal het niet zijn, omdat het ook het heropenen van de diskussie met zich meebrengt over de leeftijdsgrenzen, over kinderseksualiteit en over strategie. Maar gingen we na 5 mei, gedreven door het nieuwe élan dat van deze manifestatie mag verwacht worden, niet opnieuw nadenken over van alles en nog wat? Mag ik dan voormelde themata naar voren schuiven als te behandelen?
bron: Artikel 'Pedoseksuelen en de homostrijd' door Staf Laenen; De Janet; mei 1990