Gerard Reve - Kroniek van een schuldig leven - Deel 2
Vervolgens hield hij [Gerard Reve] een verhandeling over het algemeen heersende misverstand dat homo's nog steeds als kinderlokkers beschouwde: 'Natuurlijk zou ik wel gek zijn als ik ontkende dat het lichaam van een jongen van vijftien voor mij een bepaalde bekoring inhoudt. Maar welke heteroseksueel wordt niet aangetrokken door een meisje van dezelfde leeftijd? Maar ik verzeker je dat geen enkele fatsoenlijke homoseksueel zich ooit met zulke kinderen zal inlaten, net zo weinig als een normale heteroseksueel dat met een meisje zal doen.' [...]
[Gerard Reve:] 'Vooral het kleinere grut - 10, 11 - drentelt veelal om het huis en zoekt mijn aandacht te verwerven. Hunne schoonheid laat mij allerminst onberoerd, maar je kunt net zo goed je kop in een lus steken als op deze uitdagende avances in te gaan'. [...] 'Het was alles te jong, wat ik begeerde, rondom de twaalf of de dertien jaren, denk ik, niet zo zeer wegens bezwaren van de uitverkorene zelf of gewetensnood mijnerzijds, als wel wegens de vermoedelijke tegenstand vanwege ouders, voogden en de door God volkomen terecht over ons gestelde autoriteiten, al had iemand geprobeerd mij aan te moedigen tot démarches terzake zekere dertien of 14 en ½ jarige jongen die altijd met zijn kennelijk nog jonge moeder, een weduwe, de Mis bijwoonde, en van wiens aanblik ik maanden lang totaal uit mijn evenwicht was geweest {}'. [...]
Op 9 januari 1977 bijvoorbeeld schreef hij aan Bernard Sijtsma dat hij het dagelijks zevenmaal met zichzelf deed, meestal met behulp van 'pedofiel-sadistische fantasieën'.
bron: Uit de biografie 'Gerard Reve. Kroniek van een schuldig leven - Deel 2: De 'rampjaren' (1962-1975)' door Nop Maas; Uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam; Eerste druk: april 2010; Tweede druk: april 2010