Herziening zedenwet pakt gunstig uit
Het tweede belangrijke winstpunt is dat alle – dus ook penetrerende – seksuele contacten met 12- tot 16-jarigen de status van klachtdelict hebben gekregen, althans indien de verdachte geen formele machtspositie (ouder, onderwijzer, groepsleider) inneemt. Vervolgen is alleen mogelijk als daartoe een verzoek wordt ingediend door de betrokken jongere zelf, door de wettelijke vertegenwoordigers (de ouders doorgaans) of – in bepaalde gevallen – de Kinderbescherming. Bij dat laatste gaat het bijvoorbeeld om incest door een familielid zonder formele machtspositie (grootvader, broer) waarbij de ouders niet geneigd zijn een klacht in te dienen.
De 'klachttermijn is verlengd tot de verjaringstermijn, zodat de jongere tot 9 jaar – bij seksueel binnendringen 12 jaar – na datum alsnog kan klagen. Aan de andere kant is het zo dat als de officier van justitie vaststelt dat de wettelijke vertegenwoordigers tegen de wens van de jongere de klacht hebben ingediend, hij het gerechtelijk onderzoek moet stoppen. Hier ligt dus inderdaad de bescherming in het verlengde van de seksuele zelfbepaling en wordt de jongere niet tegen haar of zijn wil beschermd.
bron: Artikel 'Herziening zedenwet pakt gunstig uit' door Gorrit Goslinga; Sekstant; februari 1991