Interview met een kinderlokker

From Brongersma
Jump to navigation Jump to search

[...] Ik gebruik mijn verslaggeversinstinct om in contact te komen met een kinderlokker. Ik kan mijn bronnen niet onthullen, mevrouw Melgers van Intertoys uit de Cronjéstraat in Haarlem wil anoniem blijven (redactie: naam svp anonimiseren – JP). Iemand, wiens naam ik hier niet kan onthullen, vertelt me dat er altijd één man heel veel snoep en heel veel speelgoed bij haar kocht. Ze zag de man nooit samen met kinderen. Ik zoek de man op. Gewoon via: Naam->Telefoonboek->Adres->Aanbellen. Ik bel aan. Een man doet open. Ik vraag of hij vroeger een kinderlokker was. Een kleine glimlach rond zijn lippen. Hij zegt: 'Kom maar binnen, zorg er wel voor dat het touwtje uit de brievenbus blijft hangen.'

Een vrolijke woonkamer. Veel blauw, geel, groen en rood. De man vraagt of ik een glaasje limonade lust. 'Graag meneer,' zeg ik. Ik krijg een glaasje limonade, lekker sterk.

De man gaat zitten, gebaart dat ik ook moet gaan zitten. Als ik ga zitten, klinkt een harde scheet. Ik sta op. Onder me ligt een scheetkussen. Haha. De man slaat zichzelf op de knieën van plezier. De man zegt dat er wel duizend kinderen op dat scheetkussen gezeten hebben. 'In de goede oude tijd,' zegt hij. [...]

Ik vraag wat hij met de kinderen deed, als ze eenmaal in zijn huis waren. 'Niets,' zegt hij, 'als ze binnen waren en genoeg snoep hadden gehad, viel er altijd een ongemakkelijke stilte. Na een kwartier stuurde ik ze weg. Als er nog snoep in huis was, spoelde ik het door het toilet. Een week later kocht ik toch weer snoep. Ik voelde me dan toch weer alleen.' Ik vraag wat hij van de huidige hetze tegen pedofielen vindt. [...] Ik speel de advocaat van de duivel, ik stel een gesloten vraag, in de hoop de man uit de tent te lokken. 'Het is toch raar dat mensen worden beoordeeld op hun dromen, in plaats van hun daden?' vraag ik. Ik kijk er zo schijnheilig mogelijk bij.

De man zegt dat hij graag bezoek ontvangt, maar geen bezoek dat stenen door zijn ramen gooit. Daarna vraagt hij of ik zijn trein wil zien. Hij zegt dat hij een prachtige trein heeft, net nieuw, alles doet het, hij rijdt echt. Als ik wil mag ik er ook mee spelen.

bron: 'Interview met een kinderlokker' door Joubert Pignon; www.hpdetijd.nl/2013-09-28/interview-kinderlokker/; HP/De Tijd; 28 september 2013